We beginnen met de inkomstenbelasting voor 2024 (waar je aangifte voor doet in 2025), gaan in op heffingskortingen, erfbelasting, schenkbelasting en meer.
De meeste Nederlanders krijgen alleen te maken met inkomstenbelasting in box 1 (inkomen uit werk en woning) en box 3 (inkomen uit sparen en beleggen).
In 2024 is het belastingpercentage over de eerste schijf in box 1 iets hoger, maar ligt het grensbedrag van box 1 (€ 75.518) ook hoger dan in 2023.
Omdat het voorlopige, fictieve rendement op spaargeld en de vermogensrendementsbelasting in 2024 hoger is, betaal je meer belasting over spaargeld dan in 2023 (als je boven de heffingsvrije grens van € 57.000 per persoon uitkomt).
De jubelton komt helemaal te vervallen. Ouders kunnen kinderen niet langer belastingvrij een bedrag schenken dat speciaal bedoeld is voor de aankoop van een woning. Wel kunnen ze een kind dit jaar belastingvrij een eenmalig bedrag van € 31.813 schenken, voor een vrij bestedingsdoel.
Als inwoner van Nederland kun je op verschillende manieren inkomen genereren. Bijvoorbeeld door te werken in loondienst of als zzp’er, maar ook door je woning, aanmerkelijk belang, sparen of beleggen…
De Belastingdienst verdeelt die inkomens in drie verschillende boxen:
Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning
Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen
Elk inkomen kan maar in één box vallen. Je inkomsten kunnen dus niet dubbel belast worden in box 1 of 3. In welke box je inkomsten vallen en hoeveel belasting je uiteindelijk betaalt, is afhankelijk van verschillende factoren.
Binnen een box kan er met verschillende belastingschijven gewerkt worden. Een schijf bestaat uit een minimumbedrag en een maximumbedrag en daarbij hoort een belastingpercentage. Als jouw inkomen in die schijf valt, betaal je het bijbehorende belastingtarief.
In box 1 betaal je belasting over het inkomen dat je genereert uit je werk of eigen woning. Bij ‘werk’ gaat het bijvoorbeeld om:
Je salaris dat je verdient als je in loondienst werkt of stage loopt
Je salaris/winst uit je eigen bedrijf
Fooien die je krijgt
De AOW en/of het pensioen dat je ontvangt als je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt
Er zijn ook een aantal aftrekposten die je mag toepassen op ‘werk’ in box 1. Bijvoorbeeld reiskostenaftrek als je gebruik hebt gemaakt van het openbaar vervoer om naar je werk te komen of het bedrag dat je jaarlijks in een officieel pensioenproduct zoals een pensioenspaarrekening of pensioenbeleggingsrekening stopt.
Inkomen uit je ‘woning’ kun je hebben als je eigenaar bent van de woning, oftewel als je een koopwoning hebt. In box 1 gaat het vooral om het eigenwoningforfait: een bedrag dat je moet optellen bij je overige inkomsten waar je uiteindelijk belasting over betaalt. Heb je nog een hypotheek en betaal je dus hypotheekrente? Dan heb je in box 1 ook recht op aftrekposten: namelijk de hypotheekrenteaftrek.
Hoeveel belasting je betaalt over je inkomen in box 1, is afhankelijk van:
Of je de AOW-leeftijd al hebt bereikt of niet (zodra je de AOW-leeftijd bereikt hebt, zijn de belastingpercentages lager)
Hoeveel inkomen je hebt (hogere inkomens komen in een andere belastingschijf terecht met hogere belastingtarieven)
Op welke aftrekposten je recht hebt
In 2024 werkt de Belastingdienst nog met 2 belastingschijven in box 1 voor mensen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt. Onderstaande belastingschijven zijn van toepassing:
Belastingschijf | Bedrag | Belastingtarief |
---|---|---|
Schijf 1 | Tot € 75.518 | 36,97% |
Schijf 2 | Vanaf € 75.518 | 49,50% |
Als je de AOW-leeftijd hebt bereikt, zijn de belastingschijven in box 1 en de bijbehorende belastingtarieven anders. In 2024 is de AOW-leeftijd 67 jaar. Hieronder zie je een overzicht van de belastingschijven en tarieven voor personen die al voor 2024 67 jaar zijn geworden:
Belastingschijf | Bedrag | Belastingtarief |
---|---|---|
Schijf 1 | Tot € 40.021 | 19,07% |
Schijf 2 | Van € 40.021 tot € 75.518 | 36,97% |
Schijf 3 | Vanaf € 75.518 | 49,50% |
Bereik je in 2024 de AOW-leeftijd van 67 jaar? Dan betaal je in box 1 over de eerste schijf (tot € 38.098) een aangepast belastingtarief. Dit tarief is afhankelijk van de maand waarin je in 2024 67 jaar wordt:
AOW-leeftijd bereikt in de maand | Belastingtarief 1e schijf (tot € 38.098) |
---|---|
Januari | 19,07% |
Februari | 20,56% |
Maart | 22,05% |
April | 23,54% |
Mei | 25,03% |
Juni | 26,52% |
Juli | 28,02% |
Augustus | 29,51% |
September | 31,00% |
Oktober | 32,49% |
November | 33,98% |
December | 35,47% |
Belasting over schijf 2 en schijf 3 zijn gelijk voor alle personen, ongeacht in welke maand je de AOW-leeftijd bereikt:
Belastingschijf | Bedrag | Belastingtarief |
---|---|---|
Schijf 1 | Tot € 38.098 | 19,07% tot 35,47% (zie tabel hierboven) |
Schijf 2 | Van € 38.098 tot € 75.518 | 36,97% |
Schijf 3 | Vanaf € 75.518 | 49,50% |
Het Eigenwoningforfait (Ewf) is een percentage van de WOZ-waarde van je koopwoning. Hoe hoger de WOZ-waarde van je woning, hoe hoger het percentage Eigenwoningforfait is dat je bij je inkomsten op moet tellen (en waar je dus belasting over betaalt).
In de tabel hieronder zie je welk percentage Eigenwoningforfait hoort bij de WOZ-waarde van jouw woning. Vermenigvuldig het percentage met de WOZ-waarde van je woning en tel dit bedrag op bij je inkomen in box 1:
WOZ-waarde meer dan: | WOZ-waarde niet meer dan: | Eigenwoningforfait |
---|---|---|
€ 0 | € 12.500 | 0% |
€ 12.500 | € 25.000 | 0,10% |
€ 25.000 | € 50.000 | 0,20% |
€ 50.000 | € 75.000 | 0,25% |
€ 75.000 | € 1.310.000 | 0,35% |
€ 1.310.000 | - | € 4.585 + 2,35% van de waarde van de woning boven € 1.310.000 |
In 2025 doe je aangifte over je inkomen uit 2024. Toch wordt er gekeken naar de WOZ-waarde van 1 januari 2023. De peildatum voor onroerend goed (zoals je eigen woning) is in zowel box 1 als box 3 namelijk altijd 1 januari van het jaar vóór het jaar waarover je aangifte doet.
Reken dus met de WOZ-waarde van je woning op 1 januari 2023.
In box 1 zijn er allerlei heffingskortingen die mogelijk van toepassing zijn op jouw situatie. Hieronder vind je een overzicht van alle heffingskortingen en de hoogte van elke korting:
Heffingskorting | AOW-leeftijd nog niet bereikt | AOW-leeftijd bereikt |
---|---|---|
Algemene heffingskorting (tot een inkomen van € 24.813) | € 3362 | € 1735 |
Algemene heffingskorting (inkomen tussen € 24.813 en € 75.518) | € 3362 - 6,630% x (belastbaar inkomen uit werken en woning - € 24.812) | € 1735 - 3,421% x (belastbaar inkomen uit werk en woning - € 24.812) |
Algemene heffingskorting (boven een inkomen van € 75.518) | € 0 | € 0 |
Arbeidskorting (inkomen tot € 11.491) | 8,425% x arbeidsinkomen | 4,346% x arbeidsinkomen |
Arbeidskorting (inkomen € 11.491 tot € 24.821) | € 968 + 31,433% x (arbeidsinkomen - € 11.490) | € 501 + 16,214% x (arbeidsinkomen - € 11.490) |
Arbeidskorting (inkomen € 24.821 tot € 39.958) | € 5158 + 2,471% x (arbeidsinkomen - € 24.820) | € 2662 + 1,275% x (arbeidsinkomen - € 24.820) |
Arbeidskorting (inkomen € 39.958 tot € 124.935) | € 5532 - 6,510% x (arbeidsinkomen - € 39.957) | € 2854 - 3,358% x (arbeidsinkomen - € 39.957) |
Arbeidskorting (inkomen boven € 124.935) | Geen | Geen |
Inkomensafhankelijke combinatiekorting (inkomen van € 6074 tot € 31.838) | 11,45% x (arbeidsinkomen - € 6073) | 5,90% x (arbeidsinkomen - €6073) |
Inkomensafhankelijke combinatiekorting (inkomen boven € 31.838) | € 2950 | € 1521 |
Ouderenkorting (tot een inkomen van € 44.771) | Niet van toepassing | € 2010 |
Ouderenkorting (inkomen van € 44.771 tot € 58.170) | Niet van toepassing | € 2010 - 15% x (verzamelinkomen - € 44.770) |
Ouderenkorting (inkomen boven € 58.170) | Niet van toepassing | € 0 |
Alleenstaande ouderenkorting | Niet van toepassing | € 524 |
Jonggehandicaptenkorting | € 898 | Niet van toepassing |
Aftrek giften | Eenmalige giften aan ANBI’s boven 1% (minimaal € 60) van je drempelinkomen (totaal aan inkomsten en aftrekposten in box 1, 2 en 3) tot een maximumbedrag van 10% van je drempelinkomen. Voor periodieke giften geldt geen drempel. | Eenmalige giften aan ANBI’s boven 1% (minimaal € 60) van je drempelinkomen (totaal aan inkomsten en aftrekposten in box 1, 2 en 3) tot een maximumbedrag van 10% van je drempelinkomen. Voor periodieke giften geldt geen drempel. |
Box 2 is een box waar de meeste Nederlanders niets mee te maken krijgen. In box 2 betaal je namelijk belasting over je inkomen uit aanmerkelijk belang. Dat betekent dat je minimaal 5% van het kapitaal van een vennootschap in aandelen bezit.
Sinds 1 januari 2024 zijn er twee schijven in box 2 (voorheen was er één schijf).
Belastingschijf | Bedrag | Belastingtarief |
---|---|---|
Schijf 1 | Tot € 67.000 | 24,50% |
Schijf 2 | Vanaf € 67.000 | 33% |
In box 3 draait het om vermogen: spaargeld en beleggingen. Over het vermogen boven de heffingsvrije grens, die jaarlijks wordt vastgesteld door de overheid, betaal je vermogensrendementsheffing (ook wel spaartaks genoemd).
Die heffingsvrije grens is in 2024 hetzelfde als in 2023:
Situatie | Heffingsvrije grens in 2024 |
---|---|
Alleenstaand | € 57.000 |
Fiscale partners | € 114.000 |
Als je belegt of spaart in een groenfonds (groene beleggingen of groene spaartegoeden) dan is de heffingsvrije grens in 2024 hoger:
Situatie | Heffingsvrije grens groene beleggingen & spaartegoeden in 2024 |
---|---|
Alleenstaand | € 71.251 |
Fiscale partners | € 142.502 |
De vrijstelling trek je eerst af van je groene beleggingen. Heb je dan nog een deel van de vrijstelling over? Dan trek je dat deel af van je groene spaartegoeden.
Naast deze vrijstelling, heb je ook nog recht op een extra heffingskorting. Dit is 0,7% van het bedrag van de vrijstelling waar je recht op hebt.
In 2024 geldt - net als in 2023 - het overbruggingsstelsel in box 3. Dat betekent dat je nu nog belasting betaalt over een fictief rendement en niet je daadwerkelijke rendement. Het fictieve rendement voor 2024 is voorlopig vastgesteld op:
Vermogen | Fictief rendement 2024 | Fictief rendement 2025 | Vermogensbelasting (2024 en 2025) |
---|---|---|---|
Bank- en spaartegoeden | 1,03% (voorlopig) | 1,44% (voorlopig) | 36% |
Beleggingen | 6,04% (voorlopig) | 5,88% (voorlopig) | 36% |
In 2024 betaal je over het fictieve rendement boven het heffingsvrije vermogen 36% vermogensbelasting. Na 2027 ga je belasting betalen over het daadwerkelijke rendement dat je hebt behaald met je spaargeld en beleggingen.
Ook in box 3 heb je recht op aftrekposten, namelijk bepaalde schulden die je bent aangegaan. Een voorbeeld daarvan is een lening, een studieschuld of een hypotheek waarmee je bijvoorbeeld een tweede woning voor de verhuur hebt gefinancierd. Een hypotheek voor een eigen woning telt niet mee.
Hier lees je meer over schulden in box 3 en hoe je deze af kunt trekken van je inkomsten uit vermogen in box 3.
Als je een erfenis ontvangt of een schenking doet, moet je hier boven een bepaald bedrag belasting over betalen. Hoeveel belasting je moet betalen, is afhankelijk van het bedrag, de vrijstelling en je relatie tot de gever/ontvanger.
Vrijstelling erfbelasting in 2024
Jij bent: | Vrijstelling |
---|---|
Echtgenoot, geregistreerd partner, samenwonend partner | € 795.156 |
Kind, pleegkind of stiefkind | € 25.187 |
Kleinkind | € 25.187 |
Achterkleinkind | € 2658 |
Kind met een beperking | € 75.546 |
Ouder | € 59.643 (ook als beide partners erven) |
Andere erfgenaam, bijv. zus of vriend | € 2658 |
Onderstaande belastingpercentages betaal je dus over het bedrag boven de vrijstelling uit de tabel hierboven:
Hoogte erfenis | Partners & kinderen | Kleinkinderen | Overige erfgenamen |
---|---|---|---|
Tot € 152.368 | 10% | 18% | 30% |
Boven € 152.368 | 20% | 36% | 40% |
Als je een schenking doet, moet hier ook belasting over betaald worden. In principe betaalt de ontvanger de schenkbelasting, maar de schenker kan ook besluiten de schenkbelasting te betalen.
Over een schenking betaal je doorgaans meer belasting dan een erfenis, omdat de vrijstellingen bij een schenking ook lager zijn.
Van | Aan | Jaarlijkse vrijstelling |
---|---|---|
Ouder(s) | Kind(eren) | € 6633 |
Iedereen behalve ouder en kind | Iedereen behalve ouder en kind | € 2658 |
Bovenstaande vrijstellingen mogen jaarlijks toegepast worden. Een ouder mag in 2024 ook nog een schenking doen aan een kind waarbij een eenmalige verhoogde vrijstelling geldt. Hoe hoog die vrijstelling is, is afhankelijk van het bestedingsdoel.
Schenking | Bestedingsdoel | Eenmalige vrijstelling |
---|---|---|
Ouder aan kind | Eigen keuze kind | € 31.813 |
Ouder aan kind | Dure studie | € 66.268 |
Bovenstaande vrijstellingen kunnen maar één keer toegepast worden per kind. Ook vervangt deze eenmalige vrijstelling de jaarlijkse, standaard vrijstelling. De maximale vrijstelling voor een ouder en kind is in 2024 dus € 31.813 (zonder specifiek bestedingsdoel).
Vóór 2024 konden ouders ook nog een schenking doen aan een kind voor de aankoop van een woning en daarbij profiteren van een hogere vrijstelling (de jubelton). Deze vrijstelling bestaat vanaf 1 januari 2024 niet meer.
We zetten de belangrijkste verschillen rondom de belastingen in box 1, 2 en 3 in 2024 ten opzichte van 2023 nog even voor je op een rijtje:
In 2023 waren er nog 3 schijven in box 1 voor personen die de AOW-leeftijd nog niet hadden bereikt. In 2024 zijn er nog twee schijven in box 1 waarover je inkomstenbelasting betaalt.
In 2023 was er nog één schijf in box 2, in 2024 zijn er twee schijven (24,50% tot € 67.000 en 33% vanaf € 67.000).
Het fictief rendement op spaargeld is in 2024 hoger. Het voorlopige fictieve rendement is vastgesteld op 1,03% terwijl dat in 2023 nog 0,92% was.
Het fictief rendement op beleggingen is in 2024 lager. Het voorlopige fictieve rendement op beleggingen is vastgesteld op 6,04% terwijl dat in 2023 nog 6,17% was.
De vermogensbelasting is in 2024 verhoogd van 32% naar 36%.
Ouders kunnen kinderen niet meer een groot bedrag schenken voor de aankoop van een eigen woning (de jubelton). Tot 2022 mochten ouders nog € 100.000 belastingvrij schenken voor een eigen woning, in 2023 was dat bedrag al verlaagd naar € 28.947.
In 2024 betaal je dus aanzienlijk meer vermogensbelasting als je spaargeld en beleggingen boven de heffingsvrije grens uitkomen. De heffingsvrije grens is hetzelfde als in 2023, maar het fictieve rendement op spaargeld én de vermogensbelasting is aanzienlijk gestegen.
Door te sparen bij Raisin profiteer je van veel hogere spaarrentes dan bij de Nederlandse grootbanken. En omdat je belasting betaalt over een fictief rendement en niet op je daadwerkelijke rendement, houd je dus relatief meer geld in eigen zak.Op dit moment krijg je tot wel 3,40% op vrij opneembare spaarrekeningen en zelfs 2,83% per jaar op depositorekeningen.