Box 3 belasting: tarieven in 2024 & 2025

Het Nederlandse belastingstelsel heeft drie boxen. In box 3 valt je vermogen: je spaargeld, beleggingen en andere vormen van investeringen en bepaalde schulden. Op deze pagina lees je wanneer je vermogen in box 3 wordt belast en hoeveel vermogensrendementheffing je dan moet betalen.

Home › Box 3 belasting

Wat is box 3?

Box 3 is een categorie binnen het Nederlandse belastingstelsel die betrekking heeft op vermogen. Hier vallen je spaargeld, beleggingen en andere vermogensbestanddelen onder. In tegenstelling tot box 1 (inkomen uit werk en woning) en box 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang), belast box 3 niet het daadwerkelijke rendement maar een verondersteld rendement over het vermogen.

Box 3 is de laatste jaren vaak onderwerp van discussie vanwege de fictieve berekening van rendement, die niet altijd aansluit bij de werkelijke opbrengsten voor belastingbetalers.

Belasting in box 3

Wanneer betaal je belasting in box 3?

Je betaalt vermogensrendementheffing (vermogensbelasting) in box 3 als je spaargeld boven de heffingsvrije grens uitkomt. In 2024 ligt die vrijstelling op € 57.000 of € 114.000 voor fiscale partners. In 2025 gaat die grens omhoog naar € 57.684 of € 115.368 voor fiscale partners. Tot dit bedrag kun je dus belastingvrij sparen en/of beleggen. Is je vermogen in box 3 hoger (na aftrek van bepaalde schulden)? Dan ga je belasting betalen.

Hoeveel belasting betaal je in box 3?

Hoeveel belasting je betaalt, is afhankelijk van het fictieve rendement op spaargeld en beleggingen die jaarlijks worden vastgesteld. Ook kan het tarief vermogensrendementheffing jaarlijks aangepast worden. In onderstaande tabel zie je wat de (voorlopige) fictieve rendementen en vermogensrendementheffingen zijn in 2023, 2024 en 2025:

2023
2024
2025

Spaargeld

0,92%

1,03% (voorlopig)

1,03% (voorlopig)

Beleggingen/vastgoed

6,17%

6,04%

5,88%

Schulden

2,46%

2,47%

nog niet bekend

Vermogensbelasting

32%

36%

36%

Veranderingen in box 3 in 2024 en 2025

Het oude systeem van de spaartaks werd door veel experts en Nederlanders als bijzonder oneerlijk gezien voor spaarders. De voornaamste reden? De Belastingdienst ging ervan uit dat alle meer vermogende spaarders ook belegden en hier een rendement van meer dan 5% op haalden. Ook als ze dit niet deden.

Vanaf fiscaal jaar 2023, waarover je in 2024 aangifte deed, is het overbruggingsstelsel officieel en uitsluitend van toepassing en vervalt het oude stelsel. Vanaf dit moment wordt er gekeken naar welk deel van je vermogen daadwerkelijk in beleggingen zit en welk deel spaargeld is. Beide worden vervolgens belast volgens verschillende fictieve rendementen.

In 2025 wordt de box 3-belasting ook nog steeds berekend op basis van fictieve rendementen. Dat blijft in ieder geval tot 2027 zo. In 2025 kun je wel gebruik maken van het formulier Opgaaf Wettelijk Rendement waarmee je belasting terug kunt krijgen als je daadwerkelijke rendement lager was dan de fictieve rendementen waarover je belasting hebt betaald.

Box 3 spaargeld

In box 3 wordt spaargeld belast boven de vrijstellingsdrempel die we al eerder noemden in dit artikel. De Belastingdienst gaat uit van een verondersteld rendement op spaargeld, wat in 2024 voorlopig vastgesteld is op 0,92% is en in 2025 wordt verhoogd naar 1,03% (voorlopig). Of je nu meer of minder rente hebt ontvangen op je spaargeld dan deze vastgestelde rendementen: dat maakt niet uit. Iedereen betaalt evenveel belasting als je meer spaargeld (en beleggingen hebt) dan de heffingsvrije grens.

Nieuw is dat je in 2025 wel bezwaar kunt maken als je daadwerkelijke rendement lager is dan de fictieve rendementen.

Box 3 beleggingen

Beleggingen, zoals aandelen, ETF's en obligaties, vallen ook onder box 3 en worden, net als spaargeld, belast boven het heffingsvrije vermogen. Het fictieve rendement op beleggingen is doorgaans hoger dan dat op spaargeld, met een verondersteld rendement dat in 2024 is vastgesteld op 6,04%. In 2025 gaat dat fictieve rendement omlaag naar 5,88%.

Ook hier geldt: of je nu meer of minder rendement hebt gemaakt, iedereen betaalt hetzelfde percentage belasting over hetzelfde fictieve rendement. Alleen als je rendement lager is dan het vastgestelde fictieve rendement, kun je bezwaar maken en te veel betaalde belasting terugkrijgen.

Box 3 tweede woning

Een tweede woning, zoals een vakantiehuis of een verhuurpand, valt onder box 3 en wordt gezien als vermogen. De belastinggrondslag voor een tweede woning wordt berekend op basis van de WOZ-waarde (Waarde Onroerende Zaken) en een verondersteld rendement 6,04% in 2024. Dit percentage wordt in 2025 aangepast naar 5,88%.

Je daadwerkelijke rendement (in de vorm van huuropbrengst) hoef je niet op te geven. Ook bij tweede woningen geldt het heffingsvrije vermogen van €57.000 per persoon, maar de hoge veronderstelde rendementen in Box 3 maken het vaak duur om een tweede woning in bezit te hebben.

Box 3 schulden

Bepaalde schulden in box 3, zoals een lening voor een tweede woning, mogen onder voorwaarden worden afgetrokken van het belastbare vermogen. Voor 2024 geldt een schuldendrempel van € 3700 voor alleenstaanden en € 7400 voor fiscale partners. Alleen schulden boven deze grens kunnen worden afgetrokken. Dit houdt in dat kleinere schulden niet in aanmerking komen voor aftrek.

Box 3 vrijstellingen

Box 3 kent een heffingsvrije drempel waarmee een bepaald deel van het vermogen vrijgesteld is van belasting. In 2024 bedraagt deze drempel € 57.000 voor een individuele belastingbetaler en € 114.000 voor fiscale partners. In 2025 gaat de drempel omhoog naar € 57.684 of € 115.368 voor fiscale partners. Dit vrijgestelde bedrag vermindert de belastingdruk aanzienlijk, omdat alleen het vermogen boven deze grens wordt belast. Naast deze basisvrijstelling zijn er specifieke vrijstellingen voor bijvoorbeeld groen beleggen en groen sparen, wat extra belastingvoordeel kan opleveren.

Box 3 grondslag sparen & beleggen

De grondslag sparen en beleggen is het nettovermogen dat na aftrek van schulden en vrijstellingen belast wordt in Box 3. Dit bedrag wordt berekend door het totaal van alle vermogensbestanddelen (spaargeld, beleggingen, tweede woningen) op te tellen en vervolgens de vrijstellingen en aftrekbare schulden daarvan af te trekken. Het resultaat vormt de belastbare grondslag. Voor 2024 wordt hier een belastingtarief van 36% op toegepast, wat in 2025 gelijkblijft.

Spaar met een aantrekkelijk rendement bij Raisin

Of je nu 1% rente of 3% rente op je spaargeld ontvangt: iedereen betaalt uiteindelijk hetzelfde percentage vermogensbelasting, als je boven de heffingsvrije grens uitkomt. Des te interessanter dus om op zoek te gaan naar spaarrekeningen waar je de hoogste spaarrente ontvangt!

Via Raisin spaar je bij meer dan 40 banken in Europa. Je profiteert hier van veel hogere rentes dan bij de Nederlandse grootbanken en kunt tot wel 3,55% per jaar ontvangen.

Kies voor een vrij opneembare spaarrekening waar je je geld op elk gewenst moment van af kan halen, of zet je spaargeld voor langere tijd vast op een depositorekening. Je weet dan precies hoeveel rente je aan het einde van de looptijd ontvangt op je spaargeld!