Belasting op beleggingen en aandelen in box 3

in 2023 en 2024

HomeBox 3 belasting › Belasting op beleggen en aandelen

Investeer je in aandelen? Of heb je andere vormen van beleggingen? Dan vraag je je misschien af of je hierover belasting moet betalen en zo ja: hoeveel belasting je dan moet betalen. Ontdek hier welke belastingregels er gelden over je vermogen in box 3 (beleggingen en spaargeld), hoeveel belasting je betaalt en wat er verandert in 2024.

In het kort
  • Als je beleggingen en spaargeld boven de € 57.000 uitkomen, betaal je vermogensrendementsheffing.

  • Tot minstens 2027 betaal je vermogensrendementsheffing over een fictief rendement op je beleggingen en spaargeld. Na 2027 wordt je daadwerkelijke rendement belast.

  • Als je dividend ontvangt over je beleggingen, betaal je mogelijk ook dividendbelasting. Dit is een vorm van bronbelasting en kun je vaak verrekenen met de vermogensrendementsheffing.

Belasting op aandelen in box 3

Het Nederlandse belastingstelsel is opgedeeld in verschillende boxen. In box 3 valt je vermogen, oftewel je spaargeld en beleggingen. Tot een bepaald bedrag hoef je geen belasting te betalen. Dat wordt ook wel de vrijstelling in box 3 genoemd. In 2023 en 2024 is die vrijstelling als volgt:

Jaar
Alleenstaand
Fiscale partners

2025

€ 57.684

€ 115.368

2024

€ 57.000

€ 114.000

2023

€ 57.000

€ 114.000

2022

€ 50.650

€ 101.300

Komt je vermogen boven deze grens uit? Dan ga je dus vermogensrendementsheffing betalen. Bij het berekenen van vermogensrendementsheffing wordt gekeken naar een forfaitaire rendement: een fictief, 'gemiddeld' percentage rendement dat je behaalt op je beleggingen en spaargeld.

De Belastingdienst werkt nog tot ten minste 2027 met zo'n fictief rendement, voordat er belasting geheven gaat worden over het daadwerkelijke rendement. Tot die tijd betaalt iedereen dus hetzelfde percentage belasting, ongeacht het daadwerkelijke rendement dat je hebt behaald met je beleggingen of spaargeld. En dat kan gunstig óf minder gunstig uitvallen, dan wanneer er naar je daadwerkelijk behaalde rendement gekeken zou worden.

Dit zijn de voorlopige fictieve rendementen met bijbehorende vermogensrendementsheffing die de Belastingdienst hanteert:

Vermogen
Fictief rendement 2024
Fictief rendement 2025
Vermogensbelasting (2024 en 2025)

Bank- en spaartegoeden

1,03% (voorlopig)

1,03% (voorlopig)

36%

Beleggingen

6,04% (voorlopig)

5,88% (voorlopig)

36%

* Voorlopige fictieve rendementen. Deze kunnen nog bijgesteld worden door de Belastingdienst.

Rekenvoorbeeld: belasting betalen over aandelen

Op 1 januari 2024 zijn de beleggingen van Elizabeth € 80.000 waard. Ze heeft geen spaargeld. Elizabeth is alleenstaand en haar vermogen komt dus boven de heffingsvrije grens van € 57.000 uit. Dat betekent dat ze over € 80.000 - € 57.000 = € 33.000 van haar beleggingen belasting moet betalen.

In 2024 is het voorlopige, fictieve rendement op beleggingen 6,04%. Dat betekent dat ze over 6,04% van die € 33.000 vermogensrendementsheffing moet betalen (36%). Ze moet dus (6,04% x € 33.000) x 36% = €717,55 belasting betalen over haar beleggingen in box 3.

Belasting op beleggingen in 2024: de belangrijkste veranderingen op een rij

  • Tot minstens 2027 duren betaal je belasting over het fictieve rendement op spaargeld en beleggingen, voordat er wordt gekeken naar je daadwerkelijk behaalde rendement.
  • In 2024 is het heffingsvrije vermogen gelijk gebleven ten opzichte van 2023: € 57.000 voor alleenstaanden en € 114.000 voor fiscale partners.
  • De vermogensrendementsheffing is wel gestegen - sneller dan voorheen geacht. In 2023 betaalde je nog 32% vermogensrendementsheffing over je fictieve rendement, in 2024 stijgt dit naar 36%.
  • Het definitieve fictieve rendement op beleggingen en overig vermogen bedraagt in 2024 6,04%. Het fictief rendement op spaargeld gaat omhoog naar 1,03%. Deze percentages kunnen dus nog wijzigen.

Dividendbelasting op beleggingen en aandelen

Als een fonds, bedrijf of aandel een uitbetaling doet – dividend uitkeert – wordt hierover doorgaans dividendbelasting ingehouden. Deze bronbelasting op dividend kun je vaak verrekenen met de vermogensrendementsheffing. Dit is bij aandelen vaak eenvoudiger dan bij fondsen. En bij Nederlandse fondsen vaak eenvoudiger dan bij buitenlandse fondsen. Zo is het bijvoorbeeld bij Amerikaanse aandelen moeilijk om de belasting die geheven werd te achterhalen en overeenkomstig te verrekenen.

Tot 2027 is het niet waarschijnlijk dat er in Nederland directe dividendbelasting zonder verrekening geheven zal worden. Zodra het huidige box 3-systeem vervangen is door een systeem op van daadwerkelijk rendement, is het waarschijnlijk dat ook op dividend een directe belasting geheven gaat worden.

Welke beleggingen moet je opgeven bij de belasting?

Zolang je in Nederland belastingplichtig bent moet je alle beleggingen, spaardeposito’s en spaarrekeningen, dus ook bijvoorbeeld cryptomunten, opgeven bij de belasting. Het is niet relevant waar het fonds of bedrijf waarin je belegt of waar bijvoorbeeld je broker gevestigd is. Als boekwaarde neem je de waarde van de aandelen op de peildatum: dit is 1 januari van het jaar waarover je aangifte doet.

Belasting op beleggingen en aandelen – veelgestelde vragen

Moet ik aandelen opgeven aan de belasting?

Ja. Je moet de marktwaarde van je aandelen op 1 januari van het fiscale jaar opgeven als (overig) vermogen in box 3. Mits de waarde van de aandelen en andere vermogensbestanddelen boven de vrijstelling vermogensbelasting (heffingsvrij vermogen) in dat fiscale jaar valt. Het daadwerkelijke rendement dat je op je aandelen en andere beleggingen behaald hebt, is hierbij niet van belang. De belastingvoet is enkel afhankelijk van ofwel het totale vermogen dat je in een jaar hebt, ofwel de verdeling van dit vermogen in spaargeld en overige bezittingen.

Wat is de winstbelasting op aandelen en beleggingsfondsen?

De Belastingdienst hanteert een vast tarief bij het belasten van aandelen en overig vermogen. Dit tarief is gebaseerd op een hoger fictief rendement dan het rendement op spaargeld. De belastingvoet bedraagt in 2024, op het beleggingsvermogen dat boven de vrijstellingsgrens valt, 36% over een aangenomen rendement van 6,04% (voorlopig rendement, de overheid kan dit nog bijstellen).

Betaal ik belasting als ik aandelen verkoop?

Nee. In Nederland betaal je geen directe winstbelasting. Dit heeft te maken met het fictieve rendement, waarbij jouw winst al aangenomen wordt. Een eventuele daadwerkelijke winst, of een verlies, wordt niet meegenomen. Het geld dat je ontvangt van de verkoop en bijvoorbeeld op een spaarrekening parkeert, moet je in het volgende jaar opgeven als vermogen. Maar je moet ook de marktwaarde van je aandelen als vermogen opgeven, dus netto maakt dit geen verschil.

Hoeveel is de dividendbelasting in 2024?

Het standaardbedrag van de dividendbelasting bedraagt in 2024 15%. Voor dividenduitkeringen in box 2 (uit een aanmerkelijk belang) worden er vanaf 2024 twee tariefschijven gehanteerd: tot € 67.000 (de eerste schijf) betaal je over je jaarlijkse dividend 24,5% belasting en voor alles daarboven (de tweede schijf) betaal je 33%.
Dividendbelasting die van particulieren ingehouden wordt (box 3) kan verrekend worden met de inkomstenbelasting die verschuldigd is. Je moet je beleggingen immers als vermogen in box 3 opgeven en betaalt dus vermogensrendementsheffing.

Hoe geef ik dividend op bij de inkomstenbelasting?

Zolang je geen inkomsten ontvangt uit een aanmerkelijk belang (box 2), wat voor verreweg de meeste particulieren geldt, hoef je dividend niet op te geven bij de inkomstenbelasting. Het forfaitair rendement omvat ook dividend. Je kunt de ingehouden dividendbelasting wel inzetten als aftrekpost. Als je wilt weten hoeveel dividendbelasting ingehouden is, kun je jouw broker vragen om de zogenaamde dividendnota.

Fictief rendement 2024 (voorlopig)

Bank- en spaartegoeden

1,03%

Beleggingen

6,04%