Home › Box 3 belasting › Leningen en Box 3
In box 3 vat je al je vermogen samen. Hier trek je schulden vanaf. En van dit bedrag trek je vervolgens het vrijstellingsbedrag af. Dan blijf je over met de grondslag sparen en beleggen, waarover je belasting betaalt. Leningen kun je als schulden in box 3 dubbel inzetten om je heffing te verlagen: ze verminderen het gemiddelde rendement én de grondslag.
Niet alle leningen kun je in box 3 opgeven
Hypotheekschulden voor een eigen woning vallen in box 1
Aflossen van schulden is vaak een goed idee zodra de rente op je lening/schuld hoger is dan het rendement dat je met het geld behaalt
Welke leningen kun je gebruiken om je vermogen in box 3 te verminderen? En zijn dit soort leningen eigenlijk belastingtechnisch de moeite waard, of is het verstandiger om af te lossen? Raisin neemt leningen in box 3 onder de loep.
Wil je in het algemeen meer weten over schulden in box 3 in het nieuwe stelsel? Klik dan hier.
Of je een lening wel of niet op kunt geven als schuld in box 3 hangt voornamelijk af van het doeleinde waarvoor je de lening afgesloten hebt.
De Belastingdienst hanteert de volgende lijst van leningen die als schulden aangemerkt kunnen worden:
Leningen voor consumptiedoeleinden. Dit zijn bijvoorbeeld een auto of een vakantie. Ook leningen voor een tweede woning, vakantiewoning of overig onroerend goed mag je hier opgeven
Leningen die aan één van de volgende voorwaarden voldoen, kun je niet gebruiken om je vermogen in box 3 te verlagen:
Lees hier welke schulden allemaal niet opgegeven kunnen worden.
Is het de moeite waard om schulden in box 3 te behouden zodat je hiermee je vermogen verlaagt? Dat hangt af van de rente die je over je schulden betaalt.
Van al je vermogen in box 3 zijn in fiscaal jaar 2023 en 2024 de eerste € 57.000 (fiscale partners: € 114.000) vrijgesteld. Onder het nieuwe overbruggingsstelsel wordt spaargeld overigens een stuk lager belast, omdat de Belastingdienst er niet meer van uitgaat dat je daadwerkelijk belegt, en het gemiddelde rendement op spaargeld lager ingeschat wordt dan het rendement op overig vermogen.
Uiteindelijk heeft de belasting die je betaalt vaak helemaal geen invloed op de vraag of je beter af kunt lossen. Je lost schulden namelijk af met vermogen. Zodra je aflost, kun je schulden niet meer aftrekken, maar omdat je vermogen lager wordt, verminder je ook automatisch je vermogen.
De vuistregel is: zolang het rendement op je spaargeld hoger is dan de rente die je betaalt, is het voordeliger om niet af te lossen. Hier zijn wel wat uitzonderingen op, zoals leningen met een héél lage rente die je kunt gebruiken om je gemiddelde rendement in box 3 te verlagen terwijl je bijna niets betaalt, om zo minder vermogensrendementsheffing te betalen.