De overheid past jaarlijks een wettelijke inflatiecorrectie toe in onder andere belastingen, toeslagen en minimuminkomens om te compenseren voor de prijsstijgingen.
In 2024 is de inflatiecorrectie vastgesteld op 9,9%.
Gemiddeld kregen werknemers er in het tweede kwartaal van 2024 6,4% meer loon bij.
De wettelijke inflatiecorrectie is een aanpassing van onder andere belastingtarieven en toeslagen om te compenseren voor de inflatie. Elk jaar stelt de overheid deze correctie vast op basis van de inflatie in Nederland van het voorgaande jaar. Deze maatregel zorgt ervoor dat de koopkracht van mensen in grote lijnen behouden blijft, ondanks stijgende prijzen.
In 2024 is inflatiecorrectie vastgesteld op 9,9%. Dat houdt in dat een aantal relevante bedragen met 9,9% wordt verhoogd, maar ook dat de koopkracht in 2024 iets is gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar.
Voor bedragen in de inkomstenbelasting wordt in 2024 een inflatiecorrectie van 95,9% toegepast, wat betekent dat de wettelijke inflatiecorrectie voor inkomstenbelasting op 9,4941% komt te liggen.
Voor werknemers is de inflatiecorrectie vooral merkbaar op je loonstrookje. Door de inflatiecorrectie wordt je bruto-inkomen niet per se hoger (dat ligt meer bij de cao-bonden), maar je netto-inkomen kan wel beïnvloed worden door de inflatiecorrectie. Belastingschijven en heffingskortingen kunnen worden gecorrigeerd, wat betekent dat je mogelijk minder belasting hoeft te betalen en je netto dus meer overhoudt.
In 2024 is het belastingpercentage in de eerste schijf in box 1 verhoogd van 36,93% naar 36,97%. Ook het grensbedrag is verhoogd. Waar je in 2023 nog tot een inkomen van € 73.031 in de eerste schijf viel, is dat nu verhoogd tot € 75.518. Dit is berekend door een inflatiecorrectie van 9,4941% toe te passen. Het tarief van de tweede schijf blijft ongewijzigd op 49,50%.
Ook is het wettelijk minimumloon geïndexeerd in 2024. Zowel op 1 januari als op 1 juli. Op 1 juli is het minimumloon geïndexeerd met 3,1% en steeg het minimumuurloon van € 13,27 naar € 13,68 per uur. Eerder leek er nog een extra verhoging van 1,2% te komen, maar die gaat niet door.
In 2025 komt er een extra belastingschijf in box 1 bij, waardoor je over het eerste deel van je inkomen relatief minder inkomstenbelasting hoeft te betalen.
Werkgevers worden eveneens geconfronteerd met de gevolgen van inflatiecorrectie. Automatische Prijscompensatie (APC) kan in een CAO opgenomen zijn, waardoor lonen automatisch meestijgen met de prijzen. Ook bij CAO’s waar prijscompensatie niet verplicht is, kunnen werkgevers alsnog de druk voelen om lonen te verhogen, als de inflatie hoog is geweest.
Werknemers die onder een cao vielen, kregen er in het tweede kwartaal van 2024 gemiddeld 6,4% loon bij. Deze toename is minder dan het eerste kwartaal van 2024 en die van het laatste kwartaal van 2023 (bron: CBS).
Wat wel verplicht is, is dat werkgevers rekening moeten houden met de eventuele gecorrigeerde belastingtarieven en belastingregels in hun loonadministratie. Ook kosten zoals premies en andere werkgeverslasten kunnen wettelijk worden aangepast door de inflatiecorrectie.
Voor consumenten heeft de inflatiecorrectie een dubbel effect. Aan de ene kant zorgt het ervoor dat belastingtarieven en toeslagen gecorrigeerd worden, zodat hun koopkracht behouden blijft. Aan de andere kant kan inflatie zorgen voor stijgende prijzen, waardoor consumentenaankopen duurder worden. Ook allerlei dienstverleners, bijvoorbeeld aanbieders van mobiele telefoonabonnementen, internetabonnementen en streamingdiensten voerden massaal een inflatiecorrectie door.
Hoewel de wettelijke inflatiecorrectie vanuit de overheid helpt om de pijn te verzachten, zal de uiteindelijke impact afhangen van hoe hoog de inflatie is en in hoeverre de wettelijke inflatiecorrectie dit zal compenseren.
In augustus 2024 was de inflatie in Nederland nog 3,6%, wat een stuk hoger ligt dan het gemiddelde in Europa (2,2%).
Ook bij gepensioneerden speelt inflatiecorrectie een rol. Pensioenen worden in veel gevallen geïndexeerd op basis van inflatie, maar dit verschilt per pensioenfonds. De uiteindelijke impact op hun besteedbaar inkomen hangt dan ook sterk af van de mate waarin hun pensioen wordt geïndexeerd.
Ook de AOW-uitkeringen worden gecorrigeerd op basis van de inflatie. Met ingang van januari 2024 zijn de AOW-uitkeringen gestegen tussen de 5,6% en 6,3%. Op 1 juli 2024 volgde nog een stijging van bijna 3%.
Ook de inkomstenbelasting in box 1 is voor AOW-gerechtigden aangepast. Tot een bedrag van € 38.098 betalen AOW-gerechtigden het belastingtarief van 19,07%. Het grensbedrag is verlaagd met € 2357 ten opzichte van 2023, wat ook weer neerkomt op een wettelijke inflatiecorrectie van 9,4941%.
De overheid past niet alleen de belastingtarieven aan op basis van de inflatiecorrectie, maar ook toeslagen en uitkeringen. Dit betekent dat toeslagen zoals de zorgtoeslag, huurtoeslag en kindgebonden budget aangepast worden aan de gestegen kosten van levensonderhoud.
De maximale zorgtoeslag ging in 2024 omlaag met € 31 per maand ten opzichte van 2023 (naar € 154 per maand voor alleenstaanden en € 265 per maand voor personen met toeslagpartner)
In 2024 mag je maandhuur niet hoger liggen dan € 879,66 om in aanmerking te komen voor huurtoeslag. Dat was in 2023 nog € 808.
In 2024 mag je als fiscale partners niet meer dan € 73.904 aan vermogen hebben om recht te hebben op huurtoeslag, in 2023 was dat nog € 67.496.
Voor de overheid is de inflatiecorrectie een cruciale maatregel om stabiliteit te waarborgen en inkomensverschillen niet verder te laten oplopen door inflatie.
De wijzigingen in de belastingtarieven in box 1 gelden ook voor zzp’ers. Ook kunnen zzp’ers met ingang van 2024 € 0,23 rekenen per zakelijke kilometer. Dat was in 2023 nog € 0,21 per kilometer.
Daarnaast vindt er ook een correctie plaats in verschillende aftrekposten.
Mkb-winstvrijstelling gaat omlaag van 14% naar 13,31%
Zelfstandigenaftrek gaat omlaag van € 5030 naar € 3750 in 2024. Deze wordt verder afgebouwd tot € 900 in 2027.
De inflatiecorrectie wordt berekend op basis van de gemiddelde inflatie van het voorgaande jaar. Het Centraal Planbureau (CPB) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) spelen hierbij een belangrijke rol. Zij monitoren de prijsstijgingen en leggen de inflatiepercentages vast. Het CBS publiceert maandelijks de CPI-cijfers (inflatiecijfers) ten opzichte van dezelfde maand een jaar geleden.
Het exacte inflatiepercentage dat voor de correctie in 2024 wordt gebruikt, hangt af van de prijsontwikkelingen in 2023. Dit percentage wordt aan het einde van 2023 vastgesteld en is leidend voor de aanpassing van belastingtarieven, toeslagen en andere inkomensafhankelijke regelingen in 2024. Het percentage is voor 2024 vastgesteld op 9,9%.
De inflatiecorrectie wordt meestal aan het begin van het kalenderjaar toegepast. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2024 de nieuwe tarieven en bedragen van kracht zijn, zowel voor belastingen als voor toeslagen en uitkeringen. Soms worden bepaalde tarieven, zoals AOW en minimumloon, nogmaals gecorrigeerd op 1 juli.
In sommige gevallen zijn er uitzonderingen of aanvullende maatregelen die naast de inflatiecorrectie gelden. Zo kunnen specifieke belastingmaatregelen of toeslagen anders worden behandeld, afhankelijk van politieke keuzes en beleidsmaatregelen. Dat gebeurt bijvoorbeeld met de inkomstenbelasting, waarbij de inflatiecorrectie voor 95,9% wordt toegepast in plaats van 100%.
Inflatiecorrectie en loonindexering zijn verwante, maar verschillende begrippen. Inflatiecorrectie verwijst naar de aanpassing van allerlei tarieven (zoals belastingtarieven en toeslagen) op basis van inflatie, terwijl loonindexering specifiek betrekking heeft op de aanpassing van lonen aan de inflatie.
Loonindexering is vaak afhankelijk van afspraken in cao’s of van besluiten van individuele werkgevers en pensioenfondsen, terwijl inflatiecorrectie een wettelijk vastgestelde maatregel is die door de overheid wordt uitgevoerd.
Bij de partnerbanken van Raisin ontvang je aanzienlijk hogere spaarrentes dan bij de Nederlandse grootbanken. Hoe meer rente je spaargeld oplevert, hoe minder je spaargeld in waarde verliest door de hoge inflatie waar we nog steeds mee te maken hebben.
Je profiteert van spaarrentes tot wel 3,55% per jaar. Je geld is, net als in Nederland, ook bij de partnerbanken van Raisin veilig tot € 100.000 per bank per rekeninghouder door het nationale depositogarantiestelsel van het land waarin je spaart.