Home › Investeren › Hoe wapenen tegen stagflatie?
Stagflatie is de samentrekking van de woorden stagnatie en inflatie: bij stagflatie is er sprake van een economische neergang en hoge inflatie
Bescherm jezelf tegen stagflatie door een financiële buffer op te bouwen
Herzie je financiële planning. Als je er geen hebt, maak er een
Voorkom dat je spaargeld aan waarde verliest door tegen hoge(re) rentes te sparen
Veel te veel Nederlanders hebben geen solide buffer. Een buffer is altijd minimaal drie maanden alle vaste uitgaven plus een paar duizend euro voor onverwachte uitgaven. Deze vuistregel kun je echter vergeten ten tijde van financiële crisis. Tijdens een stagflatieperiode weet je namelijk helemaal niet zeker of je bijvoorbeeld wel snel een nieuwe baan vindt of dat je eenmanszaak weer gaat draaien.
Daarom raden wij aan een buffer van minstens zes maanden aan te houden. Voor de meeste alleenstaanden komt dit dus neer op rond de € 12.000; gezinnen moeten rekening houden met tussen de € 15.000 en € 22.000. Ga na hoeveel jij en je huishouden nodig gaan hebben en zorg ervoor dat je dit op orde hebt.
Heb je in het verleden eens een financiële planning opgesteld? Bijvoorbeeld voor je pensioen, voor een sabbatical of voor een ander doel op de (middel)lange termijn? Dan is nu het moment om deze planning aan een stresstest te onderwerpen.
Stagflatie brengt namelijk twee risico’s met zich mee. Aan de ene kant kunnen je inkomsten wegvallen. Dit is vooral voor zzp’ers en werknemers in minder crisisbestendige sectoren – denk aan startups die op durfkapitaal aangewezen zijn – een reëel gevaar. Het tweede risico is een bovengemiddeld hoog verlies aan koopkracht door een aanhoudend hoge inflatie.
Eerst bekijk je dus of je toekomstige inkomsten wel zo zeker zijn als je dacht. Wees zo conservatief mogelijk. Ben je een zzp’er in een markt die geraakt wordt door een recessie? Plan dan met een inkomstenverlies van bijvoorbeeld rond de 20%. Ben je een werknemer? Wat gebeurt er als je je baan verliest? Misschien moet je een tijd rondkomen van een WW-uitkering en later een baan accepteren met een lager salaris.
Dan kijken we nog even naar de inflatie. Dit jaar wordt je geld 10% ‘minder waard’. Stel dat de inflatie er in de komende vijf jaar voor zorgt dat je geld nog eens 20% van de koopkracht verliest. Dan blijft er van iedere € 100 waar je eigenlijk mee plande nog maar € 72 over, en moet je dus bijna € 140 hebben om de oorspronkelijke koopkracht van € 100 te hebben.
Vooral bij je pensioenplanning kan een periode van hoge inflatie met economische stagnatie er flink inhakken. Pensioenfondsen staan onder druk en kunnen de pensioenen daarom niet aanpassen aan de inflatie (indexeren). Zo kun je al snel tientallen procenten van je pensioen in pijler 2 en pijler 3 verliezen. De AOW wordt dankzij de koppeling aan het minimumloon doorgaans wel aan de inflatie aangepast, maar ook dit is na een lange recessie geen zekerheid meer.
Als spaarder kom je in tijden van lage spaarrentes al snel in de problemen zodra de inflatie omhoogschiet. Daarom is het zo belangrijk om zoveel mogelijk rendement op je spaargeld te behalen.
Je kunt overwegen om af te lossen en zo je maandlasten te drukken. Ook beleggen is een optie, maar hogere rentes en economische onzekerheid trekken een zware wissel op de beurs. Het is de vraag of zulke onzekere alternatieven voor je spaargeld een aantrekkelijke opties zijn in al even onzekere tijden.
Een andere beleggingscategorie, de zogenaamde rentedragende activa, zijn een betere optie. Hieronder vallen obligaties, spaardeposito’s en spaarrekeningen. Deze beleggingen leveren namelijk een rendement op zonder dat je hierbij te maken krijgt met de sterke koersschommelingen van aandelen en fondsen.
Voor obligaties geldt dat zeer betrouwbare leningen die je aan kunt gaan, zoals bijvoorbeeld het uitlenen aan geld aan een stabiele staat zoals Nederland, een laag rendement opleveren. Met risicovollere obligaties kun je een hoger rendement behalen. Rendement en risico zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden.
De allerveiligste optie voor je geld is een deposito of spaarrekening in een EU-land. Je geld valt tot de dekkingsgrens van € 100.000 of het equivalent in een lokale valuta onder een depositogarantiestelsel.