Home › Kennisbank › Wat is pensioensparen?
Pensioensparen is manier van pensioenopbouw via een speciale, geblokkeerde spaarrekening. Hoe gaat dit precies in zijn werk? Is pensioensparen altijd een goed idee en hoe zit het met de belastingen? Raisin geeft uitleg.
Normaal gesproken wordt met pensioensparen hetzelfde bedoeld als banksparen
Het financiële product ‘pensioensparen’ is niet hetzelfde als zelf sparen voor je pensioen
Pensioensparen is samen met een lijfrenteverzekering een van de twee opties die je hebt om met belastingvoordeel zelf pensioen op te bouwen
Een pensioenspaarrekening is een speciale spaarrekening. Het grote verschil met een normale spaarrekening? Het geld staat vast en komt pas vrij zodra je de AOW-leeftijd bereikt. Als je jaarruimte en/of reserveringsruimte (een ‘pensioengat’) hebt, kun je het bedrag dat je op de pensioenspaarrekening stort aftrekken van de belasting.
Pensioensparen is bedoeld voor iedereen die niet genoeg geld opbouwt in pijler 1 (het basispensioen, ook wel AOW genoemd) en/of pijler 2 (pensioen uit loondienst) van het Nederlandse pensioenstelsel. Pensioensparen is zodoende één van de twee speciale financiële producten met belastingvoordeel om je pensioen aan te vullen.
Pensioensparen bestaat uit twee fases. De opbouwfase en de uitkeerfase. Je kunt eenmalig geld storten in de opbouwfase en vervolgens rente opbouwen, of ook periodieke stortingen doen.
Bij pensioensparen heb je de keuze tussen een vaste rente gedurende de gehele looptijd of een variabele rente.
Wil je het geld op jouw aanvullende pensioenspaarrekening uit laten keren? Dan gelden hier bepaalde belastingregels voor. Deze zijn overigens hetzelfde als bij pensioenbeleggen.
Naast pensioensparen kun je ook pensioenbeleggen. Dit doe je dan in de vorm van een lijfrenteverzekering. De belastingvoorwaarden zijn hetzelfde, maar er zijn grote verschillen in zowel het rendement dat je op kunt bouwen en in de veiligheid van je spaargeld.
Het grote voordeel van pensioenbeleggen? Je behaalt op de lange termijn vrijwel altijd een hoger rendement dan je zou behalen op spaargeld. Vooral nu de rentes op pensioenspaarrekeningen heel laag zijn. Natuurlijk is dit nooit zeker en vooral de mogelijkheid dat de beleggingen flink in waarde verliezen vlak voor de uitkeerfase schrikt veel mensen af.
Het grote nadeel van pensioenbeleggen ten opzichte van pensioenspaarrekening? Het geld staat bij een verzekeraar en valt daarom niet onder een depositogarantiestelsel. Komt de verzekeraar in financiële moeilijkheden? Dan kan het zijn dat je een groot deel van je pensioen kwijtraakt. Dit is daadwerkelijk ook al een paar keer gebeurd, het meest recent eind 2020 met het opzienbare faillissement van verzekeraar Conservatrix.
Twijfel je nog of je een pensioenspaarrekening wilt openen of liever zelf wilt sparen voor je pensioen? Hieronder vind je drie voordelen van pensioensparen en drie voordelen van zelf sparen:
Voordelen van pensioensparen
De belastingplicht op het ingelegde bedrag schuift op, mits jij en het pensioenspaarproduct aan de voorwaarden voldoen
Je betaalt geen spaartaks over het bedrag zolang het vaststaat
Omdat het bedrag vaststaat is het waarschijnlijker dat je het ook echt laat staan tot je pensioen
Voordelen van zelf sparen
Je hebt volledige flexibiliteit in het uitkiezen van rekeningen en kunt zo beter inspelen op veranderende rentes
Mocht het onverhoopt nodig zijn kun je het geld alsnog opnemen
Groter aanbod aan spaarrentes en spaarrekeningen beschikbaar op de markt, ook in het buitenland
Je krijgt als particulier doorgaans te maken met belasting in box 1 en box 3. Tegoeden op een pensioenspaarrekening zijn vrijgesteld van de vermogensrendementsheffing/spaartaks in box 3. Dit kan flink voordelig zijn.
Op box 1 heeft pensioensparen wel invloed. Aan de ene kant kun je de inleg aftrekken van je inkomsten uit werk en woning zolang dit binnen de beschikbare jaarruimte/reserveringsruimte valt. De belastingplicht wordt in dit geval uitgesteld. Wat betekent dit concreet?
Dat je pas belasting in box 1 hoeft te betalen zodra de pensioenspaarrekening uitkeert, en dan alleen over het uitgekeerde bedrag. Meestal tegen een lager tarief, trouwens (omdat je de AOW-leeftijd al bereikt hebt).
Overigens kun je er altijd voor kiezen om geld vervroegd op te nemen. Het enige probleem: het bedrag wordt dan niet alleen belast in box 1, maar je betaalt doorgaans ook een boete (revisierente) aan de Belastingdienst, die op kan lopen tot 20%.