Inflatie eurozone daalt naar 2,4% in februari: ECB nadert streefcijfer

Europese verdeeldheid blijft zichtbaar

Vooral de vertraging van de diensteninflatie (3,7%) en een scherpe afvlakking van de energieprijzen (slechts 0,2% stijging) geven lucht aan zowel consumenten als beleidsmakers in Europa.

Terwijl Frankrijk en Italië opvallen met lagere inflatiecijfers – respectievelijk 0,9% en 1,7% – houden Duitsland en Spanje de gemiddelden hoger. In Duitsland jagen voedselprijzen de inflatie op naar 2,8%, terwijl in Spanje de inflatie stijgt tot 2,9% door stijgende elektriciteitskosten. Ook in Nederland vielen de inflatiecijfers hoog uit in vergelijking met het eurozone-gemiddelde. De geharmoniseerde Europese inflatie kwam in Nederland uit op 3,5%.

ECB staat voor cruciaal moment

Alle ogen zijn gericht op de vergadering van de ECB later deze week, waar opnieuw renteverlaging van 0,25% verwacht wordt. 

Deze zesde stap in het versoepelingstraject volgt ondanks oplopende discussies binnen de ECB over het tempo van verdere verlagingen. Uit recente commentaren van ECB-bestuursleden blijkt groeiende verdeeldheid: Isabel Schnabel pleitte voor een pauze in het renteverlagingsproces, terwijl anderen wijzen op de noodzaak van verdere versoepeling vanwege zwakke groeiprognoses en dalende inflatie.

VS houdt voet op de rem

Aan de andere kant van de oceaan blijft de Federal Reserve terughoudend. Ondanks een inflatie van 2,5% in de VS (PCE-index) houdt de Amerikaanse centrale bank de rente hoog, uit angst voor een oververhitte economie. 

Met deze ontwikkelingen balanceert de eurozone op een smal pad: enerzijds het verlangen naar monetair versoepelen, anderzijds de noodzaak om prijsstabiliteit niet uit het oog te verliezen. Voor beleggers lijkt Europa echter steeds vaker het antwoord te zijn in een wereld van economische tegenstellingen.