Een kwart van de Nederlandse bevolking houdt aan het einde van de maand niets over om opzij te zetten voor hun pensioen. Dat blijkt uit een recent onderzoek van Brand New Day. Deze zorgwekkende situatie roept op tot actie, zowel individueel als op beleidsniveau.
Home > Nieuws > Kwart Nederlanders kan niet sparen voor pensioen
Door: Nicole van Roekel - 15 november 2024
Uit recent onderzoek van Brand New Day blijkt dat 16% van de Nederlandse beroepsbevolking onvoldoende pensioen opbouwt.
45% van de Nederlanders geeft aan zich zorgen te maken over hun financiële situatie na hun pensionering.
Ongeveer een kwart van de Nederlandse bevolking houdt aan het einde van de maand geen geld over om te sparen voor hun pensioen.
Volgens het onderzoek bouwt 16% van de Nederlandse beroepsbevolking onvoldoende pensioen op. Onder werknemers zonder pensioenregeling is dit zelfs 30%, terwijl 28% van de zzp’ers aangeeft achter te lopen. Daarnaast geeft 45% van alle Nederlanders aan zich zorgen te maken over hun financiële situatie na pensionering.
Joost Tieland, directeur van Brand New Day, spreekt van een alarmerende trend: “Veel mensen weten dat ze te weinig opbouwen, maar er is ook een groep die zich daar helemaal niet van bewust is. De echte omvang van het probleem is waarschijnlijk groter dan we nu denken.”
Volgens het onderzoek hebben veel Nederlanders te maken met stijgende vaste lasten en onvoldoende inkomen om maandelijks geld opzij te zetten. De uitdaging om te sparen wordt mede veroorzaakt door financiële stress. Een kwart van de Nederlanders geeft aan niet genoeg middelen te hebben om überhaupt te sparen.
Daarnaast heeft 18% van de ondervraagden de afgelopen zes maanden moeite gehad om rond te komen en moest 7% spaargeld aanspreken om rekeningen te betalen. Voor zzp’ers zijn de cijfers nog schrijnender: 9% heeft recent hun spaargeld moeten gebruiken.
Een belangrijke groep die getroffen wordt door pensioenarmoede zijn werknemers zonder collectieve pensioenregeling. Tieland pleit voor een verplichte pensioenregeling voor alle werkgevers, waarbij zij samen met werknemers bijdragen aan pensioenopbouw. Werkgevers hoeven niet alle kosten op zich te nemen; je kunt ook een bijdrage vragen van de werknemers zoals, volgens Tieland.
Voor zzp’ers, die vaak afhankelijk zijn van eigen discipline en vermogen om te sparen, is de situatie complexer. Hoewel 35% van de ondervraagde zzp’ers al voor hun 60e met pensioen wil gaan, is ongeveer 32% van de zzp’ers nog niet begonnen aan het opbouwen van pensioen.
Om Nederlanders meer inzicht te geven in hun pensioensituatie, ziet Tieland een belangrijke rol weggelegd voor voorlichting, met name de pensioenachterblijvers die hun pensioenstorting in principe kunnen betalen. “Ook het aftrekbaar maken van financieel advies eens in de vijf jaar zou een goede concrete stap zijn voor de pensioenachterblijvers, een soort pensioen-APK.”
Voor de laagste inkomens biedt de AOW vaak een basis, maar Tieland waarschuwt: “Het is goed denkbaar dat hoge kosten voor zorg en levensonderhoud deze groep toch in de problemen brengt, zeker als je bedenkt dat ze weinig financiële buffers hebben.”
Onder de zzp’ers, die afhankelijk zijn van eigen discipline en vermogen om te sparen, is de situatie nog schrijnender. Hoewel 35% van de ondervraagde zzp’ers al voor hun 60e met pensioen wil gaan, is ongeveer 32% van de zzp’ers nog niet begonnen aan het opbouwen van pensioen. 9% heeft recent hun spaargeld moeten gebruiken om rekeningen te betalen.