In stap één bereken je hoeveel je (netto) over wilt houden per maand, zonder inflatie
In stap twee trek je de AOW van dit bedrag af
In stap drie gebruik je de inflatietabel om te berekenen hoeveel dit bedrag ongeveer waard zal zijn in toekomstige euro’s
In stap vier trek je het reeds opgebouwde pensioenbedrag van dit bedrag af. Is je pensioen geïndexeerd? Dan hoef je in beginsel geen rekening met inflatie te houden.
In stap vijf bereken je hoeveel je bruto nodig hebt voor het uiteindelijke nettobedrag
Disclaimer: Op deze pagina voeren we je stap voor stap door een berekening van je persoonlijke pensioen. De geschetste situatie is vereenvoudigd en er worden bepaalde aannames gedaan. We kunnen niet garanderen dat de berekeningen (ook voor jou) kloppen. Bespreek je uiteindelijke plan altijd met een financieel consulent.
Natuurlijk is er geen eenduidig antwoord te geven op de vraag hoeveel pensioen je later nodig hebt. Huurders zullen bijvoorbeeld meer moeten opbouwen dan huiseigenaren zonder hypotheek. Wil je als gepensioneerde dezelfde levensstijl hebben als tijdens je werkende leven, of vind je het niet erg om met minder rond te komen?
Natuurlijk bestaat de gemiddelde Nederlander niet, en wat voor de ene meer dan genoeg is, is voor de ander veel te weinig. Er wordt over het algemeen aangenomen dat je na het bereiken van de AOW-leeftijd een stuk) minder geld uitgeeft.
We gaan er voor het gemak van uit dat je later als stel ongeveer € 3125 per maand nodig zult hebben. Alleenstaanden zouden van rond de € 2200 per maand rond kunnen komen. Let wel, dat dit bedrag aan flinke inflatie onderhevig is. Zo is je geld over 35 jaar nog maar ongeveer de helft waard. Houd altijd rekening met het cumulatieve effect van inflatie.
Hieronder gaan we stapsgewijs en in meer detail in op het berekenen van je pensioen.
Een maatstaf die vaak gehanteerd wordt om antwoord te geven op deze vraag is dat je als je met pensioen gaat ten minste 70% van je laatste netto loon nodig hebt.
Levenskosten kunnen echter sterk aan inflatie onderhevig zijn. Volgens het NIBUD, heeft het gemiddelde Nederlandse (echt)paar rond de € 3125 per maand aan pensioen nodig heeft, of € 2500 plus huur/hypotheek. Alleenstaanden zouden aan € 2200/€ 1550 + huur/hypotheek voldoende moeten hebben.
Bedenk eerst wat je van plan bent na je pensioen. Wil je enorm van het leven gaan genieten? Wil je veel reizen of verheug je je op een meer bescheiden leven op je oude dag?
Een methode die zou kunnen helpen, is bepalen hoeveel je op het moment per dag of of per mand vrij besteedbaar nodig hebt om een comfortabel leven te kunnen leiden. Vermenigvuldig dit bedrag met 30 en tel hier een bedrag van ongeveer € 750 per persoon bij op voor je vaste lasten. Daarbovenop komt nog enige huur- of hypotheeklasten.
Kun je het huur- of hypotheekbedrag nog niet inschatten? Ga dan voor een huurwoning uit van een bedrag van € 1000. Een hypotheek kost je vaak een stuk minder zodra je de pensioenleeftijd hebt bereikt.
Van je streefbedrag per maand kun je de huidige AOW aftrekken. Het basispensioen van de AOW wordt bepaald als percentage van het nettominimumloon. Doorgaans wordt de AOW aangepast aan de inflatie. De huidige AOW-bedragen vind je hieronder.
Houd wel goed rekening met een eventuele korting van je AOW, bijvoorbeeld omdat je in het buitenland gewoond of gewerkt hebt. Vraag je je af of je een korting hebt? Dan kun je altijd terecht op deze website van de Stichting Pensioenregister.
(AOW per maand (per 1 juli 2024) | Alleenstaand | Fiscale partners (per persoon) |
---|---|---|
Netto zonder loonheffingskorting | € 1486,24 | € 807,36 |
Netto met loonheffingskorting | € 1187,66 | € 1010,69 |
Pensioenprognoses zijn vooral ingewikkeld omdat niemand weet hoe de wereld eruit ziet zodra jij de AOW-leeftijd bereikt. De hoogte van de AOW en belastingtarieven staan nog niet vast. Tevens wordt je geld ieder jaar minder waard door inflatie. Hieronder leggen we stap voor stap uit, wat voor invloed dit op jouw pensioen heeft.
Nadat je de AOW afgetrokken hebt van het bedrag bepaald in stap 1, dien je inflatie in ogenschouw te nemen. Je AOW groeit doorgaans mee met de inflatie, maar je spaargeld bijvoorbeeld niet. Ook zijn bedragen die pensioenfondsen mededelen soms niet geïndexeerd. Dit betekent dat het genoemde bedrag niet gecorrigeerd wordt voor inflatie.
Stel dat je uitkomt op een restbedrag voor je pensioen van € 2000 per maand. In de tabel hieronder zie je hoeveel dat geld nog waard is zodra je de pensioenleeftijd van 67 bereikt, met een gemiddelde inflatie van 2% per jaar.
Ben je 25 jaar oud? Dan moet je dus ongeveer € 4400 per maand (netto) aan pensioen uit loondienst en/of aanvullend pensioen (niet AOW) hebben zodra je 67 jaar oud bent, als je een pensioen van € 2000 (relatieve koopkracht van 2023) wilt hebben.
Heb je al pensioen opgebouwd in pijler 2? Bijvoorbeeld via je werkgever? Dan kun je het verwachte bedrag van het wensbedrag aftrekken. Als het pensioen geïndexeerd is (meegroeit met de inflatie), hoef je geen rekening te houden met de bovenstaande inflatieregels. Is dit niet het geval? Dan moet je het bedrag aftrekken van het voor inflatie gecorrigeerde bedrag.
Bedenk wel dat pensioenen niet altijd geïndexeerd worden om de inflatie bij te houden. Op het moment is dit vaker niet dan wel het geval. Zo verliest je pensioen dus ieder jaar waarin geen indexatie plaatsvindt gemiddeld 2% aan waarde.
Ook als gepensioneerde betaal je belasting. Dit dien je op te geven in Box 1 of Box 3.
In Box 1 betaal je belasting als je inkomsten vergaart uit je eigen woning of werk. Ook uitkeringen uit lijfrentes worden belast in box 1, mits je de inleg destijds van de belasting afgetrokken hebt.
Voor fiscaal jaar 2024 bedraagt de belasting tot ongeveer € 40.021 (per fiscale partner) 19,17% voor belastingplichtigen die de AOW-leeftijd reeds bereikt hebben. Hierboven loopt de belastingdruk op tot 49,50%.
Heb je een flink bedrag aan eigen vermogen (in 2024 meer dan ongeveer € 57.000 per fiscale partner)? Dan moet je over het – voorlopig nog fictieve – rendement dat je met dit geld behaalt belasting betalen. Dit is de zogenaamde spaartaks. Dit kan zelf sparen voor je pensioen minder aantrekkelijk maken, al zijn de nieuwe regels in box 3 wel heel voordelig voor spaarders.
Geld op geblokkeerde bankspaarrekeningen is overigens vrijgesteld van deze jaarlijkse heffing.
In de onderstaande tabel zie je wat je geld daadwerkelijk waard is na een bepaalde periode. We gaan uit van een redelijk lage gemiddelde inflatie van 1,5%. De beste rente die je bij Raisin op het moment kunt ontvangen is 3,55% op jaarbasis. Let wel, niet alle deposito’s van Raisin bieden rente op rente. Soms wordt de rente ook aan het einde van de looptijd uitgekeerd.
Na twintig jaar wordt duidelijk: dat 'kleine beetje' rente dat je extra krijgt op een spaardeposito van Raisin heeft een enorme uitwerking op je koopkracht. Als je geen rente ontvangt is één euro nog maar 80 cent waard; met een mooie rente en zelfs zonder het rente-op-rente-effect maak je van diezelfde euro € 1,13.
Waardeontwikkeling geld; 1,5% inflatie Verschil in % | Rente van 0% | Rente van 2,90%, zonder rente op rente | Rente van 2,90%, met jaarlijkse rente op rente |
---|---|---|---|
5 jaar | -7,2% | +6,3% | +7,1% |
10 jaar | -13,8% | +11,2% | +14,7% |
15 jaar | -20,0% | +14,8% | +22,8% |
20 jaar | -25,8% | +17,3% | +31,5% |
Zzp’ers worden nogal eens gekscherend zelfstandigen zonder pensioen genoemd. Als zzp’er moet je zelf voor je pensioenopbouw zorgen. Bijvoorbeeld met een lijfrente. Het resultaat is dat er zzp’ers vaak sprake is van een pensioengat.
Wil je sparen of beleggen om zelf je pensioen aan te vullen? Stel dan eerst vast wanneer je met pensioen wilt en hoe lang je denkt pensioen nodig te hebben. Wil je bijvoorbeeld vanaf je 62ste 22 jaar van een pensioen genieten? Dan moet je het ontbrekende pensioenbedrag per maand 264 keer bij elkaar sparen (22 jaar × 12 maanden).
Esmeralda is 55 en getrouwd. Samen met haar man ontvangt ze zodra ze 67 is een (geïndexeerd) pensioen van € 1500 per maand. Hiernaast ontvangen ze nog € 1665 aan AOW. Ze wil een netto pensioenbedrag hebben van € 2900 voor haar en haar man.
Eerst trekken we de AOW en het geïndexeerde pensioen van het netto wensbedrag af. Deze groeien mee met de inflatie, dus hoeven we de inflatiecorrectie pas uit te voeren na aftrek van deze bedragen. Uitgaande van een belasting van 20%, blijft van hun AOW en pensioen € 2508 over. Het pensioengat van € 392 is, zodra Esmeralda 67 is, door inflatie € 510 geworden.
Esmeralda en haar man willen minstens tien jaar hun wensbedrag ter beschikking hebben. In dit geval, moeten ze nog 10 jaar × 12 maanden × € 510 = € 61.200 aan spaargeld hebben om aan zichzelf uit te kunnen keren. Over deze ‘uitkering’ betalen ze geen belasting in Box 1. Ook betalen ze (momenteel) geen spaartaks in Box 3 omdat ze onder het heffingsvrij vermogen blijven.
Het gemiddelde Nederlandse huishouden waarin ten minste één persoon al aanspraak heeft op AOW, had volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in 2018 een bruto pensioenvermogen van € 3830 per maand. Alleenstaande vrouwen hadden bruto zo’n € 2370 per maand tot hun beschikking. Alleenstaande mannen kwamen uit op € 2820.
In 2021 gingen Nederlanders, volgens cijfers van het CBS, gemiddeld met 65 jaar en 3 maanden met pensioen. Dit is meer dan anderhalf jaar vroeger dan de AOW-leeftijd (in 2023: 66 jaar en 10 maanden).
Volgens Wijzer in Geldzaken maakte in 2020 31% van de Nederlanders zich (redelijk) veel zorgen over hun pensioen. Ondanks het basispensioen onder de AOW. Toch komt armoede onder ouderen in Nederland, vooral vergeleken met veel andere landen, relatief weinig voor.
Volgens het CBS daalt na de pensionering het risico op armoede zelfs enorm. Minder dan 5% van de Nederlanders is na het bereiken van de AOW-leeftijd arm. Een sterk staaltje sociaal vangnet dus.