Je jaarruimte hangt af van je premiegrondslag, reeds opgebouwd pensioen en pensioen dat je voor dat jaar al uit winst reserveert
Ongebruikte jaarruimte van de afgelopen zeven jaar wordt je reserveringsruimte
Voor zowel je jaarruimte als reserveringsruimte gelden maximumgrenzen
Wil je weten hoe je jaarruimte berekend wordt en wat je reserveringsruimte precies is? Lees hier hoe de vork aan de steel zit. Je kunt meer te weten komen over lijfrente in het algemeen door op de infocards te klikken.
De jaarruimte is het bedrag waarmee je ieder jaar extra pensioen op kunt bouwen met belastingvoordeel. Zodra je in een jaar nog pensioen op mag bouwen van de Belastingdienst, heb je jaarruimte. Jaarruimte is slechts voor één jaar geldig, daarna wordt ongebruikte jaarruimte een deel van je reserveringsruimte voor het komende jaar.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om gebruik te maken van hun jaarruimte om pensioen op te bouwen met belastingvoordeel. Dit is voornamelijk afhankelijk van hoeveel pensioen je al opbouwt. Zzp’ers hebben daardoor vrijwel altijd een jaarruimte, omdat ze in de tweede pijler niets opbouwen (pensioen uit loondienst).
Wil je jaarruimte benutten voor je lijfrente, maar heb je in een belastingjaar geen fiscale jaarruimte, omdat je dat jaar genoeg pensioen opbouwt via je werkgever? Dan kun je alsnog je reserveringsruimte inzetten. De reserveringsruimte bestaat uit niet gebruikte jaarruimtes die je in de afgelopen zeven jaar opgebouwd hebt.
De reserveringsruimte en jaarruimte kun je daarnaast ook samen inzetten. Hoe wordt je jaarruimte berekend, en wat is de maximale jaarruimte en reserveringsruimte?
Je kunt eenvoudig een jaarruimte berekening 2023 doen met de handige online-tool van de Belastingdienst. Wil je beter begrijpen hoe je jaarruimte in elkaar steekt, hoeveel jaarruimte aftrekbaar is en wil je zelf een jaarruimteberekening kunnen doen? De kunnen de onderstaande formules voor het berekenen van de fiscale jaarruimte en de uitleg hiervan een helpende hand bieden.
Als je (ook) als ondernemer of zzp’er werkzaam bent, is er een ander formule van toepassing.
De Belastingdienst hanteert twee formules voor het berekenen van de jaarruimte. Ondernemers en zzp’ers hebben hun eigen formule. Voor de Belastingdienst ben je een ondernemer/zzp’er zodra je:
De exacte regels en uitzonderingen kun je nalezen op deze pagina van de Belastingdienst.
Ben je geen ondernemer volgens de bovenstaande regels? Dan heb je verschillende statistieken nodig om je jaarruimte te berekenen.
De premiegrondslag is je bruto-inkomen. Meer specifiek bestaat het uit:
Hier mag je de reisaftrek van aftrekken.
Voor deze premiegrondslag wordt ook een maximum gesteld. Van dit bedrag wordt een vast bedrag afgetrokken, die de AOW-franchise genoemd wordt. Dit is het bedrag wat je niet in mag zetten voor het opbouwen van pensioen, omdat je hiermee al (fictief) AOW opbouwt.
Van de premiegrondslag wordt een bedrag afgetrokken, de Factor A. Deze Factor A wordt door je pensioenfonds of pensioenverzekeraar aan je doorgegeven samen met je jaarlijkse overzicht. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met een vaste constante.
De Factor A is afhankelijk van het pensioenbedrag dat je al bij elkaar gespaard/belegd hebt.
Stel je hebt een bruto-inkomen van € 55.000. Hier kun je in Box 1 van je belastingaangifte € 10.000 van aftrekken, maar hier zit geen reisaftrek bij. Volgens je pensioenverzekeraar heb je een Factor A voor dat jaar van € 900. Heb je nu jaarruimte over?
Je premiegrondslag bedraagt € 55.000 minus de AOW-franchise. Je aftrekposten in Box 1 kun je niet inzetten, want het gaat hier namelijk om het bruto-bedrag. Deze € 41.354 vermenigvuldig je met 30%. Zo blijft € 12.406 over. Hier wordt vervolgens (6,27 × 900) = € 5643 van afgetrokken. Je hebt voor dit jaar dus wel jaarruimte.
Bij het berekenen van de jaarruimte voor ondernemers/zzp’ers wordt de volgende formule gebruikt:
Formule jaarruimte voor zzp’ers en ondernemers: (13,3% × premiegrondslag) – (6,27 x factor A)
Dankzij de nieuwe pensioenwet, die op 1 juli 2023 is ingegaan, is het mogelijk om een hoger bedrag aan lijfrentepremies af te trekken bij de aangifte voor inkomstenbelasting. Je kunt maximaal je totale jaarruimte en reserveruimte gebruiken als lijfrenteaftrek.
Bijzonder hieraan is dat je het bedrag niet opzij hoeft te zetten. Hoe je het geld uitgeeft en of je het geld daadwerkelijk in een lijfrente stopt, is aan jou. Let wel, uiteindelijk zul je de belasting moeten gaan betalen. Dit is bij een lijfrente natuurlijk ook het geval.
Zodra het belastbare bedrag vrijkomt (zodra je stopt met je onderneming of de pensioenleeftijd bereikt), kun je er wel voor kiezen om het om te zetten in een lijfrente of banksparen.
Of het wel of niet aantrekkelijk is van deze optie gebruik te maken, bespreek je het beste met een belastingadviseur. Zorg er in ieder geval voor dat je door de aftrek later niet in financiële problemen komt.
Voor het berekenen van je inkomsten belasting verwijzen we je graag naar deze pagina over belastingschijven.
Als zzp’er heb je een winst van € 40.000 behaald. Uit een oude loondienstbetrekking heb je een lage Factor A opgebouwd van € 100.
De premiegrondslag bedraagt 13,3% × € 40.000 = € 5320. Hier trek je vervolgens nog € 627 vanaf voor de Factor A. Je jaarruimte bedraagt dan € 4993.
Zelfs als je geen jaarruimte hebt, kun je nog gebruik maken van reserveringsruimte. Je reserveringsruimte bestaat uit jaarruimte die je niet opgemaakt hebt in de voorgaande tien jaren.
Als je zowel reserveringsruimte als jaarruimte hebt, is het verstandig om eerst de reserveringsruimte op te maken. Zo voorkom je dat de reserveringsruimte in het daaropvolgende jaar vervalt. Je jaarruimte schuift door en wordt het jaar daarna nieuwe reserveringsruimte.
Ook voor de reserveringsruimte hanteert de Belastingdienst maximumgrenzen. De hoogte van het maximumbedrag is afhankelijk van je leeftijd. Bereik je binnen tien jaar (vanaf de peildatum, niet in kalenderjaren) de AOW-leeftijd? Dan is het maximumbedrag ongeveer dubbel zo hoog.
De maximale bedragen die je voor 2021, 2022 en 2023 uit je reserveringsruimte op kunt maken vind je in de onderstaande tabel.
Maximaal gebruik van reserveringsruimte | AOW-leeftijd wordt niet binnen 10 jaar bereikt | AOW-leeftijd wordt binnen 10 jaar bereikt |
---|---|---|
2021 | € 7489 | € 14.785 |
2022 | € 7.587 | € 14.978 |
2023 | € 8.065 | € 15.922 |
Heb je geen jaarruimte, maar wil je alsnog een rendement halen op je spaargeld? Via het platform van Raisin kun je spaarrekeningen en deposito's afsluiten bij partnerbanken uit de hele EU. Zonder het risico van beleggen, met rentes tot 3,55% per jaar.
Daarnaast vallen alle spaarrekeningen onder een depositogarantiestelsel. De regels voor de stelsels zijn op EU-niveau geharmoniseerd. Tegoeden tot € 100.000 per rekeninghouder per bank worden onder een depositogarantiestelsel gedekt.
Reserveringsruimte is niet gebruikte jaarruimte van de zeven voorgaande jaren. Je kunt de reserveringsruimte inzetten voor lijfrentepremies, ook als je geen jaarruimte hebt, tot een maximum bedrag.
Voor de berekening van je jaarruimte wordt een formule gehanteerd. Hierbij spelen je opgebouwde pensioen, bruto-inkomen en eventuele reserveringen uit winst een rol.
Je jaarruimte geeft aan welk bedrag je met uitgestelde belasting in mag leggen in een lijfrente. Je betaalt pas belasting zodra het bedrag uitgekeerd wordt. Dan is de belastingvoet vaak lager.