In het Nederlandse pensioensysteem heb je de mogelijkheid om zelf aanvullend pensioen op te bouwen met belastingvoordeel. Een van de opties die je tot je beschikking hebt, is het afsluiten van een lijfrenteverzekering. Je krijgt dan later, als je met pensioen gaat, een lijfrente uitgekeerd. Wat is lijfrente precies? Wat zijn de verschillende vormen en wat is het meest passend voor jou? Raisin geeft uitleg.
Een lijfrente is een periodieke uitkering, die je ontvangt vanaf een bepaalde leeftijd of een bepaald moment
Je kunt een lijfrente gebruiken om aanvullend pensioen op te bouwen met belastingvoordeel
Je hebt de keuze tussen een lijfrenteverzekering of een bancaire lijfrente (banksparen)
Je kunt een lijfrente op verschillende manieren uit laten betalen met verschillende voorwaarden
Een lijfrente is een periodieke uitkering, die je ontvangt vanaf een bepaalde leeftijd of een bepaald moment. Je krijgt premies of een gespaard bedrag uitgekeerd, bijvoorbeeld op basis van een bedrag dat je eerder ingelegd hebt.
Er zijn verschillende vormen van lijfrente. De meest voorkomende vorm van lijfrente is uit een lijfrenteverzekering. Een lijfrenteverzekering sluit je af bij een verzekeraar. Ook kun je een lijfrenteverzekering opbouwen door middel van banksparen. Dit heet bancaire lijfrente.
Als je een lijfrenteverzekering afsluit, ga je een overeenkomst aan met een financiële partner, in dit geval een verzekeraar. Jij legt geld in en kunt tot de afgesproken datum geen aanspraak maken op dit geld.
In ruil hiervoor, investeert de verzekeraar jouw geld en wordt je een periodieke uitkering beloofd, meestal afhankelijk van het behaalde rendement.
Doorgaans wordt een lijfrenteverzekering gebruikt om een aanvullend pensioen te verzorgen. Het geld dat je inlegt wordt door beleggingen vaak meer waard, en je betaalt geen vermogensbelasting over het bedrag zolang het bij de verzekeraar vaststaat. Ook geniet je belastingvoordeel bij het inleggen van het geld.
Je kunt ervoor kiezen om eenmalig een bedrag in te leggen, of periodiek geld aan de verzekeraar over te maken. Bij een eenmalige inleg spreken we van een koopsompolis.
Lijfrenten bestaan uit een opbouw- en een uitkeerfase. Het belangrijkste verschil tussen de verschillende vormen van uitkering, is de lengte van de uitkering tijdens de uitkeerfase.
De onderstaande informatie is op basis van de (strengere) regels van het nieuwe regime. Deze regels zijn van toepassing op alle lijfrenten die in de laatste 20 jaar afgesloten hebt. Lees hier meer over de regels van het oude regime en het nieuwe regime.
Een zogenaamde ‘tijdelijke oudedagslijfrente’ wordt uitgekeerd over een vaste periode van minimaal vijf jaar. De uitkering begint in het jaar waarin de AOW-leeftijd bereikt wordt, of binnen vijf jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd. In deze periode wordt dan het volledige opgespaarde bedrag uitgekeerd. Na deze periode, stopt de uitkering.
Een oudedagslijfrente wordt uitgekeerd vanaf een afgesproken datum. Dit kan ook vóór de AOW-leeftijd zijn. De uitkeringen mogen in dit geval niet stoppen voor het overlijden van de begunstigde.
Wil je een bepaald bedrag gebruiken om een periode tot je AOW-leeftijd te overbruggen? Dan kun je alle premies die je hebt opgebouwd vóór 2006 als overbruggingslijfrente uit laten keren. Hiervoor is geen minimale looptijd.
Een voorbeeld van lijfrente zonder lijfrenteverzekering is een huis verkopen op lijfrente. In dit geval komt iemand die een huis verkoopt overeen dat er een gegarandeerde lijfrente uitgekeerd wordt bij verkoop. De nieuwe eigenaar betaalt de vorige eigenaar dan een periodieke uitkering tot diens overlijden.
Waarom is het slim om een lijfrente af te sluiten? De voordelen van lijfrente zijn de volgende:
Als je lijfrente aan de regels van de Belastingdienst voldoet, kun je de belasting op je bijdrage uitstellen. Je wordt niet van belasting vrijgesteld, maar betaalt later belasting over de uitkering van je pensioen. Zodra je de AOW-leeftijd bereikt, gaat de belastingvoet (vrijwel altijd) omlaag. Hierdoor betaal je minder belasting en bespaar je dus geld.
Met een lijfrenteverzekering kun je vermogen opbouwen. Aangezien de verzekeraar je geld belegt, kan dit meer waard worden en zal je uitkering hoger uitvallen dan het bedrag dat je hebt in gelegd (mits het verschil hoger is dan de inflatie).
Als je zelf spaart voor je pensioen, krijg je waarschijnlijk met vermogensrendementsheffing in box 3 te maken. Geld op een lijfrente wordt doorgaans niet meegenomen in box 3. Dit houdt in dat je geen spaartaks betaalt.
Een lijfrente die uitkeert tot aan je overlijden dekt precies de periode waarin je het geld nodig hebt: vanaf je AOW tot je overlijden. Als je zelf spaart of een bedrag in één keer laat uitkeren, kan het zijn dat het geld voor je overlijden opraakt en je dus misschien niet over voldoende geld beschikt tot je overlijden.
Om te profiteren van belastingvoordeel bij het inleggen van premies of een koopsom, moet je lijfrente aan een aantal voorwaarden voldoen. Dit is om te voorkomen dat het belastingvoordeel geclaimd wordt voor geld dat niet voor pensioenvoorziening wordt aangewend.
De onderstaande voorwaarden gelden niet voor het afkopen van een lijfrente. Afkopen is het in één keer uit laten keren van je lijfrente. Lees meer over het afkopen van lijfrente.
Je mag een lijfrente alleen afsluiten bij een erkende verzekeraar. Aanbieders in Nederland zijn bijvoorbeeld Achmea en Nationale Nederlanden.
Je lijfrente moet gedurende een bepaalde periode uitgekeerd worden. Voor een oudedagslijfrente is dit tot aan het overlijden van de begunstigde. In het geval van een tijdelijke oudedagslijfrente is dit minstens vijf jaar vanaf de AOW-leeftijd. Bij overbruggingen mag de inleg van vóór 2006 ook in één keer uitgekeerd worden.
De uitkering dient gelijkmatig verdeeld uitgekeerd te worden. Het is niet toegestaan om eerst een hogere uitkering te ontvangen.
Heb je een tijdelijke oudedagslijfrente? Dan dient de uitkering op z’n laatst vijf jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd ingaan. Heb je een oudedagslijfrente die levenslang uitkeert? Dan mag deze ook vóór de AOW-leeftijd ingaan, maar niet later dan vijf jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd.
Voor tijdelijke oudedagslijfrentes geldt een jaarlijkse uitkeringslimiet van € 24.168 (in 2024). Een overbruggingslijfrente mag jaarlijks niet hoger dan € 63.288 zijn. Voor levenslange uitkeringen is geen limiet vastgelegd.
In de onderstaande tabel vind je een samenvattend overzicht van de drie verschillende vormen van lijfrente-uitkering.
Overzicht lijfrentevormen | Oudedagslijfrente | Tijdelijke oudedagslijfrente | Overbruggingslijfrente |
---|---|---|---|
Minimale uitkeerperiode? | Ja, tot het overlijden | Ja, 5 jaar | Nee |
Moet uitgekeerd worden ... | Geen beperkingen | Binnen vijf 5 jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd | Geen beperkingen |
Maximaal bedrag | Geen beperkingen | Jaarlijks: € 22.735 | Jaarlijks: € 63.288 |
Overige beperkingen premies | Geen beperkingen | Geen beperkingen | Alleen voor premies ingelegd vóór 2006 |
In de onderstaande tabel vind je een kort overzicht van de verschillen tussen banksparen en lijfrente.
Verschillen lijfrente en banksparen | Lijfrente | Banksparen |
---|---|---|
Wordt afgesloten bij een ... | Verzekeraar | Bank |
Geld gegarandeerd onder depositobescherming? | Nee | Ja, tot € 100.000 |
Vast rendement? | Nee | Soms vast rendement, soms variabel. Nooit negatief. |
Rendement via ... | Resultaat beleggingen | Rente |
Belastingvoordeel | Ja, onder voorwaarden | Ja, onder voorwaarden |
Een lijfrente is een uitstekende optie om aanvullend pensioen op te bouwen. Maar het geld staat tot je AOW-leeftijd vast. Wil je eerder bij je geld? Dan betaal je vaak een exorbitant hoog bedrag aan belasting.
Wil je wel rendement, maar niet de beperkingen van een lijfrente? Spaar dan bij Raisin. Je hebt de keuze uit verschillende looptijden en aan het eind van de looptijd, ontvang je het volledige bedrag terug met een aantrekkelijke rente. Onze partnerbanken bieden rentes tot 3,55%%.
Daarnaast spaar je met Raisin altijd binnen de EU. Zo valt je geld onder een nationaal depositogarantiestelsel. Dankzij geharmoniseerde regelgeving zijn alle banktegoeden tot € 100.000 per klant per bank gedekt.