Al het vermogen dat je op bankrekeningen hebt staan moet je in Nederland in box 3 van je belastingopgave aangeven. Dit geldt voor zowel spaargeld als geld op je lopende rekening(en). Deze bedragen worden opgeteld bij de waarde van je eventuele beleggingen. En hier betaal je vermogensrendementsheffing (ook wel spaartaks genoemd) over als je vermogen boven de heffingsvrije grens uitkomt, die jaarlijks wordt vastgesteld.
In Nederland betaal je over je spaargeld en beleggingen belasting zodra het boven de vrijstellingsgrens (heffingsvrij vermogen) uitkomt.
Voor fiscaal jaar 2024 is de vrijstelling € 57.000 of € 114.000 voor fiscale partners.
In 2025 gaat de vrijstelling omhoog naar € 57.684 of € 115.638 voor fiscale partners.
Je kunt onder andere met behulp van schulden en groen sparen in box 3 de belasting die je moet betalen, verlagen.
Disclaimer: Wij hebben ons best gedaan om alle informatie zo zorgvuldig mogelijk op te stellen. Alsnog aanvaardt Raisin geen aansprakelijkheid voor de juistheid van de berekeningen en (belasting)informatie in dit artikel. Raadpleeg altijd je belastingadviseur.
Tot een bepaald bedrag aan spaargeld en/of beleggingen, hoef je geen belasting te betalen. Jaarlijks maakt het kabinet die grensbedragen en de bijbehorende belastingpercentages bekend. In fiscaal jaar jaar 2024 geldt dus de vrijstelling tot een vermogen van € 57.000 (voor alleenstaanden) en een vermogen van € 114.000 voor fiscale partners. Is je vermogen lager dan dit bedrag? Dan hoef je geen vermogensrendementsheffing te betalen.
Komt je vermogen boven die vermogensvrijstelling uit? Dan ga je dus wel belasting betalen. Bekijk hier de belastingschijven van 2024 voor de overige belastingpercentages.
In 2025 gaat de vrijstelling in box 3 omhoog met € 684 naar € 57.684 (of € 115.368 voor fiscale partners).
Jaar | Alleenstaand | Fiscale partners |
---|---|---|
2025 | € 57.684 | € 115.368 |
2024 | € 57.000 | € 114.000 |
2023 | € 57.000 | € 114.000 |
2022 | € 50.650 | € 101.300 |
In 2024 wordt de hoogte van de belasting nog bepaald door het overbruggingsstelsel. Dat betekent dat je boven de heffingsvrije vermogensgrens belasting betaalt op basis van een fictief rendement. Ook die percentages wordt jaarlijks vastgesteld, zowel voor beleggingen als voor spaargeld. En nu de spaarrente in de afgelopen periode flink is gestegen, stijgt in 2024 ook het vastgestelde fictieve rendement op spaargeld.
Het fictieve rendement voor 2024 is voorlopig vastgelegd op 1,03% op spaartegoeden en 6,04% op beleggingen en andere bezittingen. Begin 2025 worden de percentages echt vastgesteld voor het voorgaande jaar: die kunnen dus nog hoger of lager uitvallen.
Het fictieve rendement op spaargeld voor 2025 voorlopig vastgesteld op 1,03%. Dit is hetzelfde als in 2024. Het fictieve rendement op beleggingen is voorlopig vastgesteld op 5,88% en is iets lager dan in 2024 (6,04%).
De eerder aangekondigde box 3-verlaging gaat in 2025 niet door, om financiële tegenvallers van de overheid op te vangen. In 2025 betaal je dus ook nog 36% vermogensrendementheffing.
De Belastingdienst kondigde aan dat er een formulier "Opgaaf werkelijk rendement" komt waarmee je bezwaar in kan dienen tegen de vermogensrendementheffing die je moet betalen, als je rendement lager is dan de fictieve rendementen. Vanaf oktober 2024 ontvang je een brief als je in aanmerking komt voor het doorgeven van je werkelijk rendement. Vanaf de zomer van 2025 mag je je werkelijke rendement doorgeven aan de Belastingdienst met het speciale formulier.
Het overbruggingsstelsel, waarbij je dus belasting betaalt over een fictief rendement, is nog tot minstens 2027 van kracht. Daarna wordt het stelsel mogelijk aangepast en kan het dus zo zijn dat je belasting gaat betalen over het daadwerkelijke rendement dat je hebt behaald met je belegde vermogen of spaargeld.
Vermogen | Fictief rendement 2024 | Fictief rendement 2025 | Vermogensbelasting (2024 en 2025) |
---|---|---|---|
Bank- en spaartegoeden | 1,03% (voorlopig) | 1,03% (voorlopig) | 36% |
Beleggingen | 6,04% (voorlopig) | 5,88% (voorlopig) | 36% |
Natuurlijk kan niemand voor jou bepalen hoeveel spaargeld je mag hebben. Wel is het dus zo dat wanneer je spaargeld boven een bepaald bedrag uitkomt, je belasting moet betalen.
Het vrijstellingsbedrag is voor iedereen gelijk. In de tabel hierboven zie je hoeveel spaargeld je belastingvrij mag hebben in 2024 en 2025. Als je vermogen meer dan dat bedraagt, dien je het op te geven in box 3 van je belastingaangifte.
Vanwege de brede maatschappelijke onvrede over de spaartaks, werd het heffingsvrije vermogen (de belastinggrens op spaargeld) steeds verder naar boven bijgesteld.
In fiscaal jaar 2022 werd slechts een aanpassing aan de inflatie doorgevoerd. De vrijstelling voor het spaarbedrag, dus het maximum spaargeld 2022, werd verhoogd naar € 50.650, of € 101.300 voor fiscale partners. In 2023 werd de vrijstelling flink verhoogd. Deze vrijstelling van € 57.000 voor alleenstaanden en € 114.000 voor fiscale partners geldt ook in 2024. In 2025 gaat de vrijstelling nog iets verder omhoog naar € 57.684 voor alleenstaanden en € 115.368 voor fiscale partners.
Over € 100.000 spaargeld betaal je dus belasting over het bedrag dat boven de vrijstelling uitkomt. Voor alleenstaanden is dit in 2024: € 100.000 – € 57.000 = 43.000. In 2025 is dat € 100.000 - € 57.684 = € 42.316. Voor fiscale partners is € 100.000 spaargeld volledig belastingvrij, omdat dit nog altijd onder de vrijstellingsgrens van € 114.000 (2024) en € 115.368 (2025) ligt.
Als je een AOW-uitkering (Algemene Ouderdomswet) ontvangt, heeft de hoogte van je spaartegoed geen invloed op de hoogte van je AOW-uitkering. Echter, als je naast AOW ook een aanvullende toeslag of bijstand ontvangt, kunnen er vermogenslimieten gelden. In 2024 is de vermogenslimiet voor de bijstand voor alleenstaanden € 7575 en voor samenwonenden €15.150. Daarnaast heb je voor de vermogensbelasting voor 2024 – in te dienen 2025 – een vrijstelling tot €57.000 als individu en €114.000 voor fiscale partners. Bedragen boven deze limieten worden belast zoals hierboven is omschreven.
In 2024 heb je recht op huurtoeslag als je vermogen op 1 januari 2024 niet meer was dan € 36.952. Voor mensen met een toeslagpartner geldt een gezamenlijke vermogensgrens van € 73.904.
Echter, als je toeslagpartner niet op hetzelfde adres is ingeschreven en officieel jouw echtgenoot of geregistreerde partner is, wordt zijn of haar vermogen niet meegerekend voor de huurtoeslag. Medebewoners boven de 18 jaar mogen niet meer dan een vermogen van € 36.952 hebben om in aanmerking te komen voor huurtoeslag.
In 2024 heb je recht op zorgtoeslag als je vermogen op 1 januari 2024 niet hoger was dan € 140.213 Voor mensen met een toeslagpartner geldt een gezamenlijke vermogensgrens van € 177.301.
De belastingen over box 3 worden in Nederland vastgesteld op basis van een fictief rendement. Het maakt dus niet uit hoeveel je geld daadwerkelijk oplevert. Alleen de hoogte van het aanvankelijke spaar- en beleggingsbedrag waarop je theoretisch rente of rendement kunt ontvangen is hier van belang.
In het oude stelsel ging de Belastingdienst ervan uit dat mensen vaker en meer beleggen zodra ze meer geld hebben. Daarom werd bij de vaststelling een trapsgewijs systeem gehanteerd. Hoe meer vermogen, hoe hoger de uiteindelijke belasting.
In het overbruggingsstelsel, dat nog tot 2027 van kracht is, gaat de Belastingdienst er niet meer vanuit dat je een bepaald deel belegt en spaart. In plaats daarvan geef je op hoeveel je daadwerkelijk spaart en belegt.
Vervolgens wordt het fictieve rendement op schulden, spaargeld en beleggingen gebruikt om je gemiddelde rendement, en daarmee je winst uit vermogen, vast te stellen.
Benieuwd hoe dit precies in z’n werk gaat? Lees in dit artikel alles over de nieuwe box 3-heffing.
Jaar | Vermogensbelasting | Fictief rendement |
---|---|---|
2023 | 32% | 0,92% |
2024 | 36% | 1,03% |
2025 | 36% | 1,03% |
2026 | 36% | Nog niet bekend |
Niemand vindt het prettig om schulden te hebben. De Belastingdienst hanteert echter een ruim begrip van schuld. Dit is niet alleen maar negatief saldo bij de bank. Ook de afbetaling van consumptiegoederen zoals een auto kun je misschien in box 3 opgeven. Of een studieschuld.
Een overzicht van de schulden in box 3 die je op kunt geven vind je op deze website van de Belastingdienst. Voor alle schulden geldt, dat je ze alleen op kunt geven als ze niet in Box 1 of 2 vallen. De drempel voor schulden bedraagt in 2024 € 3700 zonder en € 7400 mét fiscale partner. Vanaf dit bedrag kun je schulden meenemen in de opgave.
De Belastingdienst erkent het maatschappelijk nut van verschillende groene spaarproducten. Hiervoor hanteert de Belastingdienst verschillende voorwaarden.
Ook voor groen sparen zijn er vrijstellingsgrenzen. Hierboven moet het bedrag meegenomen worden in de belastingopgave. Deze grens bedraagt in 2024 € 71.251 of € 142.502 voor fiscale partners. In 2025 gaat de vrijstelling flink omlaag. Je pofiteert dan nog maar van een vrijstelling van € 30.000 als alleenstaande of € 60.000 als fiscale partners op groen sparen.
Ook als je besluit te sparen voor een bepaald spaardoel kan het geld misschien vrijgesteld worden. Denk hierbij aan sparen voor je pensioen, een lijfrente of een bankspaarrekening.
De regels omtrent deze manier van sparen zijn vrij complex. Raadpleeg daarom altijd je belastingadviseur of check de website van de Belastingdienst voor meer informatie.
Tot 2012 was het mogelijk om van een vrijstelling voor spaargeld van een kind gebruik te maken. Deze vrijstelling is in 2024 niet meer van toepassing. Het vermogen van minderjarige kinderen wordt bij de ouder(s) of voogd(en) meegerekend. Het geld op een spaarrekening van meerderjarige kinderen moeten zij zelf opgeven in hun belastingopgave.
Ook meerderjarige kinderen genieten dezelfde vrijstellingen als alle andere meerderjarige Nederlanders. Zo kun je er dus wel voor kiezen om een bepaald bedrag te schenken. Bijvoorbeeld tot het wettelijke vrijstellingsbedrag voor schenkingen. Dan wordt het vermogen niet meer bij jou meegerekend.
Je kunt uit box 3 onder voorwaarden vermogen verplaatsen naar box 1 en 2. Ook hierop zijn ingewikkelde regels van toepassing. Op deze website van de Belastingdienst kun je meer informatie vinden over deze regeling.
De meeste mensen denken niet aan hun cash bij de belastingopgave, maar ook contant geld moet je in box 3 opgegeven. Hiervoor geldt wel een vrijstellingsgrens; in 2024 € 653 voor alleenstaanden en € 1306 voor fiscale partners. Je kunt er dus voor kiezen om deze optie maximaal te benutten.
Let wel: ook cadeaubonnen worden bijvoorbeeld als contant geld aangemerkt. Overtollig cash valt in de spaarvariant onder overige bezittingen en wordt dus een stuk zwaarder belast dan spaargeld.
Of je nu 1% rente of 3% rente op je spaargeld ontvangt: iedereen betaalt uiteindelijk hetzelfde percentage vermogensbelasting, als je boven de heffingsvrije grens uitkomt. Des te interessanter dus om op zoek te gaan naar spaarrekeningen waar je de hoogste spaarrente ontvangt!
Via Raisin spaar je bij meer dan 40 banken in Europa. Je profiteert hier van veel hogere rentes dan bij de Nederlandse grootbanken en kunt tot wel 3,55% per jaar ontvangen.
Kies voor een vrij opneembare spaarrekening waar je je geld op elk gewenst moment van af kan halen, of zet je spaargeld voor langere tijd vast op een depositorekening. Je weet dan precies hoeveel rente je aan het einde van de looptijd ontvangt op je spaargeld!